Artikel 24c Burgerlijk Wetboek Boek 2 zegt: "Een rechtspersoon of vennootschap heeft een deelneming in een rechtspersoon, indien hij of een of meer van zijn dochtermaatschappijen alleen of samen voor eigen rekening aan die rechtspersoon kapitaal verschaffen of doen verschaffen teneinde met die rechtspersoon duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid. Indien een vijfde of meer van het geplaatste kapitaal wordt verschaft, wordt het bestaan van een deelneming vermoed".

Fiscaal is sprake van een deelneming bij een aandeel van ten minste 5% van het nominaal gestorte kapitaal in een BV of NV.
Bij deelname met een minder belang zal veelal sprake zijn van “Effecten”.

Herwaardering houdt in dat de waarde van bepaalde activa wordt aangepast als deze waarde afwijkt van de op dat moment geldende boekwaarde. De waarde wordt dan bepaald door de gehanteerde waarderingsmethode, zoals bijvoorbeeld de actuele kostprijs. Van herwaardering kan alleen sprake zijn bij commerciële grondslagen. En dus niet als sprake is van alleen fiscale waarderingsgrondslagen, zoals de historische kostprijs.

We hebben het hier over langlopende vorderingen en schulden op 1) Groepsmaatschappijen, 2) Overige verbonden maatschappijen en 3) Overigen deelnemingen (ook wel aangeduid als Participanten en maatschappijen waarin deelgenomen). Daarnaast verwijzen we naar Kortlopende vorderingen/leningen binnen deelnemingen en naar Rekening-Courant rekeningen ingeval deelnemingen.

Hier behandelen we de Rekening-courant (RC) verhoudingen tussen tussen maatschappijen met een deelneming. Het gaat  dan om 1) Groepsmaatschappijen, 2) Overige verbonden maatschappijen en 3) Overige deelnemingen (ook wel aangeduid als Participanten en maatschappijen waarin deelgenomen). 

We hebben het hier over kortlopende vorderingen en schulden (denk aan leningen) bij 1) Groepsmaatschappijen, 2) Overige verbonden maatschappijen en 3) Overigen deelnemingen (ook wel aangeduid als Participanten en maatschappijen waarin deelgenomen). Hiernaast kennen we Rekening-Courant rekeningen ingeval deelnemingen. Daarnaast verwijzen we naar Langlopende vorderingen/leningen binnen deelnemingen.

RGS

Balansrekeningen
Onder de vlottende activa zijn de volgende rekeningen opgenomen:

• Vordering / lening groepsmaatschappij, BVorVogVg1 (13528)
• Vordering / lening overige verbonden maatschappij, BVorVovVo1 (13538)
• Vordering / lening participant en op maatschappij waarin wordt deelgenomen, BVorVopVo1 (133558).

Onder schulden op korte termijn (passiva) zijn de volgende rekeningen opgenomen:

• Schuld aan groepsmaatschappij, BSchSagSg1 (16251)  
• Schuld aan overige verbonden maatschappij, BSchSaoSo1 (16261)  
• Schulden aan overige deelname, BSchSapSp1 (16271)

Winst- en verliesrekening
Onder de groep "Rentebaten en soortgelijke opbrengsten" kennen we de volgende rekeningen:

• Rentebaten vorderingen groepsmaatschappijen binnenland, WFbeRlmRgi (84101).
• Rentebaten vorderingen groepsmaatschappijen buitenland, WFbeRlmRgu (84102).
  
  
• Rentebaten vorderingen overige verbonden maatschappijen binnenland, WFbeRlmRmi (84105).
• Rentebaten vorderingen overige verbonden maatschappijen buitenland, WFbeRlmRmu (84106).
    
• Rentebaten vorderingen deelnemingen binnenland, WFbeRlmRdi (84111).
• Rentebaten vorderingen deelnemingen buitenland, WFbeRlmRdu (84112)

Onder de groep "Rentelasten en soortgelijke kosten" kennen we de volgende rekeningen:

• Rentelasten schulden groepsmaatschappijen binnenland, WFbeRlsRgi (84331).
• Rentelasten schulden groepsmaatschappijen buitenland, WFbeRlsRgu (84332).
    
• Rentelasten schulden overige verbonden maatschappijen, WFbeRlsRmi (84335).
• Rentelasten schulden overige verbonden maatschappijen buitenland, WFbeRlsRmu (84336).
    
• Rentelasten schulden op deelnemingen binnenland, WFbeRlsRdi (84341).
• Rentelasten schulden op deelnemingen buitenland, WFbeRlsRdu (84342).
    

Voorbeeld

We geven als voorbeeld een kortlopende lening op basis van holding BV-H aan dochter (werkmaatschappij) BV-D1, beide onderdeel van een groepsmaatschappij.

Verstrekken van de lening:
Stel de holding verstrekt een kortlopende lening van 3.000 euro aan de dochter. 

De holding boekt dan volgens RGS:

De werkmaatschappij boekt dan volgens RGS;

Rentebetaling:
Stel dat sprake is van 5% rente die betaald wordt door BV-D1 aan BV-H.
Te weten 5% van 3.000 euro bedraagt 150 euro.

De holding boekt dan volgens RGS:

De werkmaatschappij boekt dan volgens RGS;