Boekhoudplaza.nl

Begrippen > Deelneming volgens VPB en BW

Volgens de Belastingdienst kan in het kader van de Vennootschapsbelasting sprake zijn van een deelneming in meerdere gevallen. In elk geval wordt genoemd "U bent voor ten minste 5% van het nominaal gestorte kapitaal aandeelhouder van een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld (bijvoorbeeld een naamloze of besloten vennootschap)".

Nadere toelichting:

Artikel 24c Burgerlijk Wetboek Boek 2 zegt:

  1. Een rechtspersoon of vennootschap heeft een deelneming in een rechtspersoon, indien hij of een of meer van zijn dochtermaatschappijen alleen of samen voor eigen rekening aan die rechtspersoon kapitaal verschaffen of doen verschaffen teneinde met die rechtspersoon duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid. Indien een vijfde of meer van het geplaatste kapitaal wordt verschaft, wordt het bestaan van een deelneming vermoed.

  2. Een rechtspersoon heeft een deelneming in een vennootschap, indien hij of een dochtermaatschappij:

    1. daarin als vennoot jegens schuldeisers volledig aansprakelijk is voor de schulden; of

    2. daarin anderszins vennoot is teneinde met die vennootschap duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid.

Burgelijk Wetboek (artikel 389 BW2) zegt:
"Indien de rechtspersoon of een of meer van zijn dochtermaatschappijen alleen of samen een vijfde of meer van de stemmen van de leden, vennoten of aandeelhouders naar eigen inzicht kunnen uitbrengen of doen uitbrengen, wordt vermoed dat de rechtspersoon invloed van betekenis uitoefent". 

Samengevat:
Voor vennootschappen is (op basis van het BW) sprake van een deelneming als:

  1. Sprake is van een deelneming van minimaal 20%;
  2. Er een duurzame relatie is ten dienste van de eigen werkzaamheden.

Een deelneming is onder te verdelen in:

  1. meerderheidsdeelneming; een bedrijf dat een belang van meer dan 50% in een ander bedrijf heeft.
  2. minderheidsdeelneming; een bedrijf dat een belang van minder dan 50% in een ander bedrijf heeft.

De AFM noemt ook een gekwalificeerde deelneming:
Als er een rechtstreeks (door het bezit van aandelen of stemrechten) of middellijk (via een moedermaatschappij of holding) belang is van ten minste tien procent van het geplaatste kapitaal van een onderneming. Dit geldt ook voor het hebben of kunnen uitoefenen van ten minste tien procent van de stemrechten of een daarmee vergelijkbare zeggenschap in een onderneming”.

Van een middellijke deelneming is (afgeleid uit bovenstaande tekst van de AFM) sprake als er een deelneming is via een moedermaatschappij of holding.

Enkele voorbeelden:

BV-A heeft een kapitaalbelang van 25% in BV-B. Deelneming door BV-A

BV-A heeft een dochtermaatschappij BV-D1 (zie verderop).
BV-A heeft een kapitaalbelang van 10% in BV-B.
Dochter BV-D1 heeft eveneens een kapitaalbelang van 10% in BV-B.
Totaal 20%, waarbij sprake is van een middellijke deelneming.  

Deelneming in een kapitaalvennootschap
Bij een deelneming in een NV/BV is sprake van “Deelneming in een kapitaalvennootschap”

Deelneming in een personenvennootschap
Een deelneming die betrekking heeft op deelname in een Vennootschap onder firma (VOF) of een Commanditaire vennootschap (CV) wordt aangeduid als “Deelneming in een personenvennootschap”.