Werkkapitaal is onderverdeeld in bruto- en netto werkkapitaal.

1. Bruto werkkapitaal is de omvang van de vlottende activa, bestaande uit liquide middelen, debiteuren (vorderingen op korte termijn) en voorraad.
   Op basis van RGS is dit de optelsom van:
   - BLim (Liquide middelen);
   - BVor (Vorderingen);
   - BVrd (Voorraad);
   - BPro (Onderhanden projecten).
   
   
2. Netto werkkapitaal is de omvang van de vlottende activa minus de vlottende passiva (kort vreemd vermogen), bestaande uit crediteuren en andere kortlopende schulden. 
   Op basis van RGS is de vlottende passiva samengesteld uit:
   - BSch (Kortlopende schulden).
   
   Het netto werkkapitaal geeft de financieringswijze van de vlottende activa aan en daarmee ook de financieringswijze van de vaste activa. Een positief netto werkkapitaal betekent dat er meer eigen vermogen en lang vreemd vermogen is aangetrokken dan dat er nodig is om de vaste activa te financieren. Het verlenen van kredieten door de bank kan afhankelijk zijn van het in de onderneming aanwezige nettowerkkapitaal. (bron Wikipedia).

Gerelateerd aan het werkkapitaal kennen we als kengetal de current ratio die de verhouding weergeeft tussen de vlottende activa (als noemer) en vlottende passiva (als teller).