Begrippen
Begrippen > Grootboek
Een grootboek wordt aangeduid als geheel van rekeningen, gerangschikt op basis van soort rekening en onderliggende boekingen per grootboekrekening. Dit laatste wordt ook wel aangeduid als grootboekhistorie of grootboekmutaties, waarbij het totaal van de onderliggende boekingen op een rekening moet aansluiten met het saldo van de rekening. Het saldo van de beginbalans staat dan vaak apart.
Het grootboek bestaat uit rekeningen die meestal zijn opgebouwd uit een decimaal rekeningschema. Dit laatste loopt dan van 0 t/m 9, oftewel de grootboek rubrieken. Dit laatste is de hoofdindeling van de soort rekeningen waaruit een grootboek is opgebouwd. Een voor ons bekend voorbeeld is het RGS MKB decimaal grootboekschema.
Het grootboek bestaat uit balans- en resultatenrekeningen (ook aangeduid als winst- en verliesrekening of W&V-rekening).
Hoewel de indeling van de grootboekrekeningen zelf niet voorgeschreven is kent een decimaal grootboekschema veelal de volgende indeling in rubrieken:
Rubriek | Soort rekeningen (D=debet / C=credit) |
0 | Vaste activa (D) Eigen vermogen / kapitaal (C) Voorzieningen (C) Vreemd vermogen op lange termijn (C) |
1 | Liquide middelen (D) Effecten kortlopend (D) Vorderingen (D) Kortlopende schulden (C) |
2 | Tussenrekeningen (D/C) Binnen RGS zijn deze rekeningen ondergebracht in rubriek 1, zowel onder: Vorderingen (D) als Schulden (C). (RGS MKB geeft er de voorkeur aan deze rekeningen apart onder te brengen onder de hier genoemde 2-rubriek, maar gaat vooralsnog uit van aansluiting bij standaard RGS). |
3 | Voorraden (D) Onderhanden projecten (D) |
4 | Kosten (D) |
7 | Kostprijs van de omzet (D) |
8 | Omzet (C) Overige opbrengsten (C) Financiële baten en lasten (D/C) / dus zowel kosten als opbrengsten. |
9 | Resultaatrekeningen (D/C) |
De balansrekeningen in het grootboek zijn binnen RGS MKB opgenomen in de rubrieken 0, 1 en 3.
De resultatenrekeningen in het grootboek zijn opgenomen in de rubrieken 4, 7, 8 en 9.
Zie ook de RGS balans (gericht op rechtspersonen).