Begrippen
Begrippen > Geconsolideerde jaarrekening
Een geconsolideerde jaarrekening (zie Afdeling 13 Burgerlijk Wetboek Boek 2) is de jaarrekening waarin de activa, passiva, baten en lasten van de rechtspersonen en vennootschappen die een groep of groepsdeel vormen en andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en vennootschappen, als één geheel worden opgenomen.
Hieronder hebben we een aantal artikelen BW2 (deels) uitgelicht.
Voor een compleet beeld adviseren we de hiervoor genoemde afdeling 13 van BW2 erop na te slaan.
Artikel 405 Burgerlijk Wetboek Boek 2 meldt
Artikel 406 Burgerlijk Wetboek Boek 2 meldt onder andere:
(lid 1)
De rechtspersoon die, alleen of samen met een andere groepsmaatschappij, aan het hoofd staat van zijn groep, stelt een geconsolideerde jaarrekening op, waarin opgenomen de eigen financiële gegevens met die van zijn dochtermaatschappijen in de groep, andere groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft.
(lid 2)
Een rechtspersoon waarop lid 1 niet van toepassing is, maar die in zijn groep een of meer dochtermaatschappijen heeft of andere rechtspersonen waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft, stelt een geconsolideerde jaarrekening op. Deze omvat de financiële gegevens van het groepsdeel, bestaande uit de rechtspersoon, zijn dochtermaatschappijen in de groep, andere groepsmaatschappijen die onder de rechtspersoon vallen en andere rechtspersonen waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft.
Artikel 407 Burgerlijk Wetboek Boek 2 (lid 2 a) meldt:
Consolidatie mag achterwege blijven, indien.bij consolidatie de grenzen van artikel 396 niet zouden worden overschreden.
Het gaat hier om de grootte criteria van bedrijfsklasse klein bij het deponeren van de jaarrekening bij de KVK.
Voor nog meer situaties waarbij consolidatie (al dan niet voor een groepsdeel) achterwege mag blijven verwijzen we naar:
- Artikel 407 Burgerlijk Wetboek Boek 2;
- Artikel 408 Burgerlijk Wetboek Boek 2; (specifiek voor een groepsdeel).
Artikel 409 Burgerlijk Wetboek Boek 2 meldt:
De financiële gegevens van een rechtspersoon of vennootschap mogen in de geconsolideerde jaarrekening worden opgenomen naar evenredigheid tot het daarin gehouden belang, indien:
a.in die rechtspersoon of vennootschap een of meer in de consolidatie opgenomen maatschappijen krachtens een regeling tot samenwerking met andere aandeelhouders, leden of vennoten samen de rechten of bevoegdheden kunnen uitoefenen als bedoeld in artikel 24a, lid 1; en
b.hiermee voldaan wordt aan het wettelijke inzichtvereiste..
Consolidatie op basis van evenredig belang wordt ook aangeduid als de partiële of proportionele consolidatiemethode.
Op basis van deelnemingspercentage.
Daar tegenover staat dan een 100% consolidatie (balans en W&V), ook aangeduid als integrale consolidatietethode.
Artikel 411 Burgerlijk Wetboek Boek 2 meldt:
In de geconsolideerde jaarrekening behoeft het eigen vermogen niet te worden uitgesplitst.
Het aandeel in het groepsvermogen en in het geconsolideerde resultaat dat niet aan de rechtspersoon toekomt, wordt vermeld.
(Zie ook hierna "Besluit modellen jaarrekening" artikel 10 lid 2.
Besluit modellen jaarrekening
Naast het Burgelijk Wetboek (Boek 2) verwijzen we voor de geconsolideerde jaarreking ook naar het Besluit modellen jaarrekening.
Artikel 10 Besluit modellen jaarrekening meldt daarover het volgende:
(lid 1)
In een geconsolideerde jaarrekening mogen alle benamingen worden aangepast om het groepskarakter aan te geven.
(lid 2)
In een geconsolideerde balans wordt het aandeel van derden in groepsmaatschappijen afzonderlijk als onderdeel van het groepsvermogen opgenomen. Overigens is onderverdeling van het eigen vermogen in een geconsolideerde jaarrekening niet vereist.
(lid 3)
In een geconsolideerde winst- en verliesrekening wordt het aandeel van derden in het geconsolideerde resultaat na belastingen afzonderlijk gegeven; indien het gesplitst wordt gegeven, moet dit geschieden na het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen en na het buitengewone resultaat na belastingen.