Boekhoudplaza.nl

Begrippen

Begrippen > Fiscale waarderingsgrondslagen

FIscale waarderingsgronslagen worden gehanteerd bij de Vennootschapsbelasting (VPB) volgens de wet Wet op de vennootschapsbelasting 1969  Ondernemingen in de vorm van een BV (en NV), in de categorie micro en klein, mogen sinds 2007, onder bepaalde voorwaarden, ook voor de jaarrekening gebruik maken van fiscale waarderingsgrondslagen. Dit laatste is vastgelegd in het Besluit fiscale waarderingsgrondslagen.

De belangrijkste 3 artikelen van het besluit hebben we hieronder aangehaald:

  1. In het boekjaar waarin de rechtspersoon voor het eerst de fiscale waarderingsgrondslagen toepast in de jaarrekening, behandelt de rechtspersoon een uit de overgang naar deze grondslagen volgend vermogensverschil als een rechtstreekse wijziging van het eigen vermogen per begin van het boekjaar. Het bedrag van het voorafgaande boekjaar, genoemd in artikel 363 lid 5 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (zie tekst hierna), kan zonder herziening van dat bedrag worden vermeld.

    "Zoveel mogelijk wordt bij iedere post van de jaarrekening het bedrag van het voorafgaande boekjaar vermeld; voor zover nodig, wordt dit bedrag ter wille van de vergelijkbaarheid herzien en wordt de afwijking ten gevolge van de herziening toegelicht".

  2. 1. Op de balans worden onder het eigen vermogen afzonderlijk opgenomen fiscale herinvesteringsreserves als bedoeld in artikel 3.54 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001.

    2. Op de winst- en verliesrekening worden opgenomen:
        a. kosten die fiscaal niet of slechts voor een deel in aftrek komen;
        b. afzonderlijk, de vennootschapsbelasting en andere belastingen naar de winst die fiscaal niet in aftrek komen,
            gebaseerd op een berekening van het vermoedelijk over het boekjaar verschuldigde bedrag aan belastingen naar de winst.
            Deze post volgt op de post winst voor belastingen.
      
  3. 1. In de toelichting wordt vermeld voor welke posten het gebruik van fiscale waarderingsgrondslagen leidt tot een afwijking van de waardering volgens afdeling 6, titel 9, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, die van belang is voor het inzicht in het vermogen. Deze toelichting maakt deel uit van de jaarrekening die ingevolge artikel 394 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt gepubliceerd.

    2. Dit artikel is niet van toepassing op een rechtspersoon als bedoeld in artikel 395a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

    M.a.w. een toelichting is niet van toepassing voor micro ondernemingen.

Voor fiscale waarderingsgrondslagen wordt ook verwezen naar:

  • Artikel 396 Burgerlijk Wetboek Boek 2
    "In afwijking van afdeling 6 van deze titel komen voor de waardering van de activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat ook in aanmerking de grondslagen voor de bepaling van de belastbare winst, bedoeld in hoofdstuk II van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, mits de rechtspersoon daarbij alle voor hem van toepassing zijnde fiscale grondslagen toepast. Indien de rechtspersoon deze grondslagen toepast, maakt zij daarvan melding in de toelichting. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het gebruik van deze grondslagen en de toelichting die daarbij gegeven wordt".

  • De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) meldt hierover het volgende:
    "Kleine rechtspersonen zijn niet verplicht om in hun jaarrekening gebruik te maken van de fiscale waarderingsgrondslagen. Als een kleine rechtspersoon er wel voor kiest om gebruik te maken van de fiscale waarderingsgrondslagen, moet hij alle voor die rechtspersoon van toepassing zijnde fiscale waarderingsgrondslagen integraal toepassen

    Alle andere wettelijke bepalingen in BW2 titel 9 (inclusief de vrijstellingen voor kleine rechtspersonen) blijven van toepassing bij het opstelling van de jaarrekening door een kleine rechtspersoon."

Een en ander geldt ook voor micro rechtspersonen. 

Fiscaal versus bedrijfseconomisch
Verschillen tussen fiscale- en bedrijfseconomische grondslagen hebben in de regel betrekking op slechts een klein deel van de boekingen. Dergelijke verschillen treden bijvoorbeeld op bij de waardering van vaste activa en de afschrijving daarop. Fiscaal is er strakke regelgeving voor het boeken van afschrijvingen, terwijl bedrijfseconomisch meer wordt gekeken naar de actuele waarde van een actief, zoals een machine. Zo kan een machine die fiscaal is afgeschreven bedrijfseconomisch nog jaren meegaan. Bedrijfseconomisch kan ook een herwaardering van een actief plaatsvinden. 

In plaats van bedrijfseconomische grondslagen wordt ook wel gesproken over commerciële grondslagen. Wij gaan er vanuit dat beide dezelfde betekenis hebben.

Verschillen tussen fiscaal en bedrijfseconomisch kunnen leiden tot belastinglatenties, zie RGS en Belastinglatenties in de boekhouding.

Aanbevolen: