Boekhoudplaza.nl

Wiki MKB Bedrijfsvormen

Wiki MKB Bedrijfsvormen > RGS en de verschillende bedrijfsvormen

RGS en de Kleine onderneming > Toelichting jaarrekening

Voor een onderneming in de categorie klein heeft de wetgever een selectie gemaakt van gegevens die opgenomen worden in een jaarrekening. Het gaat hierbij om een balans en resultatenrekening met toelichting. Hier geven we inzicht in de specificatie die, met name volgens Artikel 396 Burgerlijk Wetboek Boek 2 opgenomen moet worden.

Deze Wiki is een verdere uitwerking van de Wiki RGS en de Kleine onderneming (Kleine rechtspersoon) waar tevens inzicht wordt gegeven in de opbouw van de balans en winst- en verliesrekening, mede in relatie tot de gerelateerde RGS rekeningen. Ook is daar informatie over waarderingsgrondslagen en de mogelijkheid in de jaarrekening te kiezen voor fiscale waarderingsgrondslagen (zoals ook gebruikt voor de VPB-aangifte). 
 
Belangrijke onderdelen die behandeld worden zijn:

  • Balans met toelichting;
  • Openbaar maken balans;
  • Winst- en verliesrekening met toelichting;
  • Bijzondere voorschriften omtrent de toelichting.
  • Grondslagen voor waardering en van bepaling van het resultaat.
       

Balans met toelichting

Lid 3 van Artikel 396 Burgerlijk Wetboek Boek 2 geeft aan uit welke gegevens volstaan mag worden voor een balans met toelichting, te weten:

Van de ingevolge afdeling 3 voorgeschreven opgaven behoeft geen andere opgaven te worden gedaan dan voorgeschreven in de artikelen:

alsmede, zonder uitsplitsing naar soort schuld of vordering, in de artikelen 370 lid 2 en 375 lid 2, waarbij de aanduiding van de rentevoet achterwege blijft, en de opgave van het ingehouden deel van het resultaat. 

De Raad voor de jaarverslaggeving (RJ) is niet veel uitgebreider in haar Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor micro- en kleine rechtspersonen. Om die reden hebben we betreffende informatie hieronder zelf verder uitgewerkt. 

  1. Artikel 364;
    Geeft als volgt de hoofdindeling weer van de balans:

    Op de balans worden de activa onderscheiden in vaste en vlottende activa, al naar gelang zij zijn bestemd om de uitoefening van de werkzaamheid van de rechtspersoon al of niet duurzaam te dienen.

    Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, materiële en financiële vaste activa.

    Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, vorderingen, effecten, liquide middelen, en, voor zover zij niet onder de vorderingen zijn vermeld, de overlopende activa.

    Onder de passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen, de schulden en, voor zover zij niet onder de schulden zijn vermeld, de overlopende passiva. 

    Zie als voorbeeld Jaarrekening klein publicatie.

  2. Artikel 365 lid 1 onder a; 
    Geeft aan dat onder de immateriële vaste activa afzonderlijk opgenomen wordt de "Kosten die verband houden met de oprichting en met de uitgifte van aandelen". Als toelichting op de balans. Andere genoemde elementen (zoals kosten van ontwikkeling en kosten van goodwill die van derden is verkregen) hoeven niet afzonderlijk weergeven te worden bij de categorie klein. 
    RGS kent hiervoor de volgende rekening:
    BIvaKouVvp (01110) "Verkrijgings- of vervaardigingsprijs kosten van oprichting en van uitgifte van aandelen".  

  3. Artikel 368 lid 2 onder a;
    Geeft aan dat voor elk van de posten behorende tot de vaste activa opgegeven wordt: de som van de herwaarderingen die betrekking hebben op de activa welke op de balansdatum aanwezig zijn.

    Dit gaat dan om de volgende vaste activa waarvan de som van de herwaarderingen weergegeven worden als toelichting op de balans:
    - Financiële vaste activa; (04000) "Financiële vaste activa" (met herwaarderingen).
    - Immateriële vaste activa; zie RGS BIva (01000) "Immateriële vaste activa" (met herwaarderingen).
    - Materiële vaste activa; zie RGS BMva (02000) "Materiële vaste activa" (met herwaarderingen)..

  4. Artikel 370 lid 1 onder d; 
    Geeft aan dat onder de tot de vlottende activa behorende vorderingen afzonderlijk wordt opgenomen "Opgevraagde stortingen van geplaatst kapitaal". 
    RGS kent hiervoor de volgende rekening:
    BVorVaoNtv (13401) "Nog te verrichten stortingen op aandelen van aandeelhouders opgevraagde stortingen". 
     
  5. Artikel 370 lid 2
    Sluit aan op het hiervoor genoemde artikel 370 lid 1 en geeft aan dat bij elk van de in artikel 370 lid 1 vermelde groepen van vorderingen wordt aangegeven tot welk bedrag de resterende looptijd langer is dan een jaar. 
    De RJ geeft aanvullend aan "Zonder uitsplitsing naar soort vordering".

    Uit bovenstaande maken wij op dat alleen het totaal van de tot de vlottende activa behorende vorderingen, met een resterende looptijd > 1 jaar, weergegeven hoeft te worden in de toelichting op de balans. 
     
  6. Artikel 373 leden 1 tot en met 5, eerste volzin;
    Deze uitgebreide informatie is als volgt:

    1. Onder het eigen vermogen worden afzonderlijk opgenomen:
        - a.het geplaatste kapitaal;
        - b.agio;
        - c.herwaarderingsreserves;
        - d.andere wettelijke reserves, onderscheiden naar hun aard; via de toelichting
        - e.statutaire reserves;
        - f.overige reserves;
        - g.niet verdeelde winsten, met afzonderlijke vermelding van het resultaat na belastingen van het boekjaar,
             voor zover de bestemming daarvan niet in de balans is verwerkt.
       
    Zie voor uitwerking de RGS MKB Jaarrekening klein publicatie

    2. Is het geplaatste kapitaal niet volgestort, dan wordt in plaats daarvan het gestorte kapitaal vermeld of,
        i
    ndien stortingen zijn uitgeschreven, het gestorte en opgevraagde kapitaal.
        Hiervoor is bij Artikel 370 lid 1 onder d al genoemd het vermelden van opgevraagd kapitaal.
        Volgens ons kent RGS geen onderscheid tussen geplaatst en gestort kapitaal.
     
    3. Het kapitaal wordt niet verminderd met het bedrag van eigen aandelen of certificaten daarvan die de 
        rechtspersoon of een dochtermaatschappij houdt.
        

    4. Wettelijke reserves zijn de reserves die moeten worden aangehouden ingevolge de artikelen 67a leden 2 en 3,
        94a lid 6 onder f98c lid 4365 lid 2389 leden 6 en 8390401 lid 2 en 423 lid 4..

       
     Worden onderscheiden naar hun aard weergegeven in de toelichting van de balans.

        - Artikel 67a gaat over het omzetten van het bedrag van de aandelen van guldens naar euro. 
          RGS kent hiervoor de volgende rekeningen:
          BEivWerNba (05151) "Negatieve bijschrijvingsreserve omrekening van het aandelenkapitaal van een NV naar de euro".
          BEivWerRla (05153) "Niet-uitkeerbare reserve omrekening van het aandelenkapitaal van een NV naar de euro".             
          Dit beschouwen we als niet meer van toepassing.

        - Artikel 94a gaat over een beschrijving van de inbreng van aandelen bij oprichting, anders dan in geld.
          Lid 6 gaat over het niet vereist zijn van genoemde beschrijving en accountantsverklaring. Mits voldaan wordt aan: 
          6.f "elke inbrengende rechtspersoon zondert een reserve af ter grootte van het nominale bedrag der door hem
          genomen aandelen en kan dit doen uit reserves waarvan de aard dit niet belet".

          Er wordt dus een wettelijke reserve gevormd voor de inbreng van aandelen bij oprichting, anders dan in geld.  
          RGS kent hiervoor de rekening BEivWerRvl 05157 "Wettelijke reserve voor financiering van transacties in eigen aandelen". 

        - Artikel 98c (lid 2) gaat over leningen verstrekken door de vennootschap, met het oog op het nemen of verkrijgen
          door anderen van aandelen in haar kapitaal. Dit is niet toegestaan tenzij het bestuur daartoe besluit én als is voldaan
          aan enkele voorwaarden. Lid 4 geeft aan dat de vennootschap dan een niet-uitkeerbare reserve aanhoudt ter grootte
          van het bedrag van de hiervoor bedoelde leningen.
          RGS kent hiervoor volgens ons geen aparte rekening. Daarom gebruiken we eveneens de volgende RGS rekening:
          BEivWerRvl 05157 "Wettelijke reserve voor financiering van transacties in eigen aandelen".

        - Artikel 365 gaat over het opnemen van een toelichting én aanhouden van een wettelijke reserve als de volgende
          posten geactiveerd worden onder de immateriële vaste activa; 
            Kosten die verband houden met de oprichting en met de uitgifte van aandelen;
            Kosten van ontwikkeling. 
          RGS kent hiervoor de volgende rekeningen:
            BEivWerRvg (05159) "Wettelijke reserve voor geactiveerde kosten van oprichting en uitgifte van aandelen".
            BEivWerRgk (05161) "Wettelijke reserve voor geactiveerde kosten van ontwikkeling".

        - Artikel 389 gaat over deelnemingen in maatschappijen waarin de rechtspersoon invloed van betekenis uitoefent
          op het zakelijke en financiële beleid. Lid 6 geeft aan dat de rechtspersoon een reserve aanhoudt ter hoogte van zijn
          aandeel in het positieve resultaat uit deelnemingen en in rechtstreekse vermogensvermeerderingen sedert de eerste
          waardering. 

          Over het aanhouden van een reserve luidt lid 8 van dit artikel als volgt:
          "Waardevermeerderingen of waardeverminderingen van deelnemingen wegens omrekening van het daarin geïnvesteerde              vermogen en het resultaat vanuit de valuta van de deelneming naar de valuta waarin de rechtspersoon zijn jaarrekening
          opmaakt, komen ten gunste respectievelijk ten laste van een reserve omrekeningsverschillen.
          Valutakoersverschillen op leningen aangegaan ter dekking van valutakoersrisico van buitenlandse deelnemingen, komen
          eveneens ten gunste respectievelijk ten laste van deze reserve. De reserve kan een negatief saldo hebben.
          Bij gehele of gedeeltelijke vervreemding van het belang in de desbetreffende deelneming wordt het gedeelte van de
          reserve dat op het vervreemde deel van die deelneming betrekking heeft aan deze reserve onttrokken. Indien de reserve
          omrekeningsverschillen een negatief saldo heeft, kunnen ter hoogte van dit saldo geen uitkeringen worden gedaan ten
          laste van de reserves
    ". 

          RGS kent voor bovenstaande de volgende rekeningen:
          BEivWerRed (05163) "Wettelijke reserve deelnemingen".
          BEivWerRvo (05165) "Wettelijke reserve omrekeningsverschillen geïnvesteerde vermogen en resultaat van deelnemingen". 

        - Artikel 390 heeft op waardevermeerderingen van materiële vaste activa, immateriële vaste activa en voorraden (mits geen
          agrarische voorraden), worden opgenomen in een herwaarderingsreserve.
          Als totaal aanwezig als balanspost, zie RGS MKB Jaarrekening klein publicatie. .

          De verminderingen van de herwaarderingsreserve die ten gunste van de winst- en verliesrekening worden gebracht,
          worden in een afzonderlijke post opgenomen.
          In de winst- en verliesrekening is de post "Vrijval uit herwaarderingsreserve" opgenomen.
          Binnen RGS is aanwezig de rekening WVheVuhVuh (83311) "Vrijval uit herwaarderingsreserve".
          Zie ook de RGS MKB Jaarrekening klein.

          In de toelichting wordt uiteengezet, of en op welke wijze in samenhang met de herwaardering rekening wordt gehouden met
          de invloed van belastingen op vermogen en resultaat. 
          Het "Herwaarderingsreserve: Mutatieoverzicht" is opgenomen in de toelichting
          Zie voor dit laatste ook "Bijzondere voorschiften omtrent de toelichting (afdeling 5)" verderop, hetgeen gemeld is onder 
          Artikel 378 Burgerlijk Wetboek Boek 2 Lid 1 (en 2).
     
          Zie ook Wiki RGS en herwaardering van activa. Met tevens verwijzen naar de relevante RGS-codes.

        - Artikel 401 heeft betrekking op beleggingsinstellingen en daaraan gerelateerde maatschappijen. 
          Wordt hier niet behandeld.

        - Artikel 423 heeft betekking op verschillen in vreemde valuta, ontstaan bij de omrekening van activa en passiva.
          Lid 4 luidt als volgt:
          "Verschillen, ontstaan bij de omrekening van activa en passiva worden in de winst- en verliesrekening verantwoord.
          Zij mogen evenwel ten gunste of ten laste van een niet-uitkeerbare reserve worden gebracht, voor zover zij betrekking
          hebben op vaste activa of termijntransacties ter dekking daarvan; het totaal van de positieve verschillen en dat van de
          negatieve verschillen wordt alsdan vermeld".
          Wordt hier niet behandeld.

    5. In een jaarrekening die in een vreemde geldeenheid wordt opgesteld, wordt de in lid 1 onderdeel a bedoelde post
        opgenomen in die geldeenheid, naar de koers op de balansdatum.

    Wij hebben bovenstaande samengevat met het verplicht vermelden van de opbouw van het eigen vermogen. Met vermelding van aanvullend het gestorte- en opgevraagde kapitaal als het geplaatst kapitaal niet is volgestort.
    Het niet verminderen van het kapitaal met eigen aandelen of certificaten bij de rechtspersoon of dochtermij.
    Het apart vermelden van eventuele wettelijke reserves.
    Eventueel rekening houdend met het opstellen van een jaarrekening in een vreemde valuta tegen de valutakoers op de balansdatum. Een en ander is opgenomen op de balans als aparte posten op met name de toelichting

  7. Artikel 375 lid 2
    Geeft volgens ons aan dat van het totaal van de vermelde schulden *) (opgesomd in artikel 375 lid 1) wordt aangegeven tot welk bedrag de resterende looptijd langer is dan een jaar. Voor het totaal van de vermelde schulden wordt tevens aangegeven tot welk bedrag de resterende looptijd langer is dan vijf jaar. Het gaat hier om een toelichting op de balans.

    *) Schulden volgens artikel 375 lid 1 omvat het volgende (er is tevens een verwijzing opgenomen naar betreffende RGS-codes):
    - Obligatieleningen, pandbrieven en andere leningen met afzonderlijke vermelding van de converteerbare leningen;
         BSchKol (16250) "Kortlopende leningen-schulden-verplichtingen".  
    - Schulden aan banken;
         BSchSak (16300) "Schulden aan banken".
    -  Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen voor zover niet reeds op actiefposten in mindering gebracht;
         BSchVobVob (16742) "Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen".
    - Schulden aan leveranciers en handelskredieten;
         BSchCre (16000) "Schulden aan leveranciers en handelskredieten".
    - Te betalen wissels en cheques;
         BSchTbw (16330) "Te betalen wissels en cheques".
    - Schulden aan groepsmaatschappijen;
         BSchSag (16250) "Schulden aan groepsmaatschappijen".
    - Schulden aan rechtspersonen en vennootschappen die een deelneming hebben in de rechtspersoon of waarin
      de rechtspersoon een deelneming heeft, voor zover niet reeds hiervoor vermeld;
         BSchSap (16270) "Schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen".
    - Schulden ter zake van belastingen en premiën van sociale verzekering;
         BSchBep (16200) "Belastingen en premies sociale verzekeringen".
    - Schulden ter zake van pensioenen;
         BSchStz (16150) "Schulden ter zake van pensioenen".
    - Overige schulden. 
         BSchOvs (16500) "Overige schulden".
      
  8. Artikel 375 lid 3;
    Gaat over informatie over zakelijk zekerheden die zijn verstrekt voor schulden. Als volgt geformuleerd:
    "Voor het totaal van de in lid 1 genoemde groepen, wordt aangegeven voor welke schulden zakelijke zekerheid is gesteld en in welke vorm dat is geschied. Voorts wordt medegedeeld ten aanzien van welke schulden de rechtspersoon zich, al dan niet voorwaardelijk, heeft verbonden tot het bezwaren of niet bezwaren van goederen, voor zover dat noodzakelijk is voor het verschaffen van het in artikel 362 lid 1 bedoelde inzicht".

    Artikel 362 lid 1 luidt onder andere:
    "De jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon."
    Het gaat hier om een toelichting op de balans.
      
  9. Artikel 376;
    Gaat over aansprakelijkheid stellen door de ondernemer voor schulden van anderen. Als volgt geformuleerd:
    "Heeft de rechtspersoon zich aansprakelijk gesteld voor schulden van anderen of loopt hij nog risico voor verdisconteerde wissels of chèques, dan worden de daaruit voortvloeiende verplichtingen, voor zover daarvoor op de balans geen voorzieningen zijn opgenomen, vermeld en ingedeeld naar de vorm der geboden zekerheid. Afzonderlijk worden vermeld de verplichtingen die ten behoeve van groepsmaatschappijen zijn aangegaan".
    Het gaat hier om een toelichting op de balans.  

  10. Opgave van het ingehouden deel van het resultaat;
    Zoals eerder genoemd.
    Het gaat hier om een toelichting op de balans.

Openbaar maken beperkte balans
Volgens Artikel 396 Burgerlijk Wetboek Boek 2 wordt slechts een beperkte balans met toelichting openbaar gemaakt.
Formeel als volgt aangeduid:
"Artikel 394 is slechts van toepassing met betrekking tot een overeenkomstig lid 3 beperkte balans en de toelichting. In de openbaar gemaakte toelichting blijven achterwege de gegevens bedoeld in artikel 380a".

Artikel 380a luidt formeel:
"Vermeld worden de niet in de balans of winst- en verliesrekening opgenomen gebeurtenissen na de balansdatum met belangrijke financiële gevolgen voor de rechtspersoon en de in zijn geconsolideerde jaarrekening betrokken maatschappijen tezamen, onder mededeling van de omvang van die gevolgen."
Blijft dus achterwege in de openbaar te maken balans met toelichting.

Gedeponeerd bij de KVK worden in de regel alleen de totalen van de balans met een toelichting op enkele posten. Zie ook de RGS MKB rapportage "Jaarrekening publicatie KVK klein" met tevens een verwijzing naar de gekoppelde RGS-codes.  

IFRS
De RJ meldt dat kleine rechtspersonen die IFRS toepassen in de enkelvoudige jaarrekening niet kunnen volstaan met de publicatie van een beperkte balans met toelichting. 
IFRS wordt hier niet behandeld.
  

Winst- en verliesrekening met toelichting

Artikel 377 Burgerlijk Wetboek Boek 2 geeft aan wat er op de winst- en verliesrekening wordt opgenomen:

Lid 1 geeft de afzonderlijke posten weer, te weten:

  1. de baten en lasten uit de gewone bedrijfsuitoefening, de belastingen daarover en het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening na belastingen;

  2. de overige belastingen;

  3. het resultaat na belastingen. 

Bovenstaande is uitgewerkt in de Wiki RGS en de Kleine onderneming (Kleine rechtspersoon), mede op basis van het besluit modellen jaarrekening.

Sinds 1-11-2015 is de aparte post "de buitengewone baten en lasten, de belastingen daarover en het buitengewone resultaat na belastingen" geschrapt uit artikel 377 hiervoor. 

Hieronder zoomen we in op de wetgeving (BW) en de impact daarvan op de Winst- en verliesrekening en de toelichting daarop. 

Lid 2 van artikel 377 luidt: 
"De baten en lasten uit de gewone bedrijfsuitoefening worden hetzij overeenkomstig lid 3, hetzij overeenkomstig lid 4 gesplitst".
Hiermee wordt bedoeld dat deze baten en lasten verbijzonderd worden naar het categoriale model (volgens lid 3) of het functionele model (volgens lid 4). Deze onderverdeling geldt alleen voor de winst- en verliesrekening. De hiervoor behandelde balans is in beide gevallen dezelfde.

We hebben de onderverdeling van lid 3 (categoriaal) en lid 4 (functioneel) naast elkaar gezet en daarbij de verschillen weergegeven via aparte rijen.

Hierbij is tevens rekening gehouden met het samentrekken van de in grijs aangegeven posten tot één post "bruto bedrijfsresultaat", conform Artikel 396 Burgerlijk Wetboek Boek 2 waar staat:
"In de winst- en verliesrekening worden de posten genoemd in artikel 377 lid 3 onder a-d en g, onderscheidenlijk lid 4 onder a-c en f, samengetrokken tot een post bruto-bedrijfsresultaat; de rechtspersoon vermeldt in een verhoudingscijfer in welke mate de netto-omzet ten opzichte van die van het vorige jaar is gestegen of gedaald".

Zie ook de Wiki RGS en de Kleine onderneming (Kleine rechtspersoon) waar "bruto bedrijfsresultaat" is aangeduid als "bruto marge".

Artikel 377 lid 3. Categoriaal Artikel 377 lid 4. Functioneel
bruto bedrijfsresultaat
(Onderstaande verdeling is dus niet nodig)
bruto bedrijfsresultaat
(Onderstaande verdeling is dus niet nodig)
a. netto-omzet a. netto-omzet  
b. toe- of afneming van de voorraad gereed produkt en onderhanden werk ten opzichte van de voorafgaande balansdatum  
c. geactiveerde produktie ten behoeve van het eigen bedrijf  
d. overige bedrijfsopbrengst  
e. lonen  
f. sociale lasten met afzonderlijke vermelding van de pensioenlasten.

Wordt apart gemeld via een toelichting op de W&V-rekening. Op hoofdlijnen is lonen en pensioenen niet gesplitst bij de jaarrekening. Zie:
Wiki RGS en de Kleine onderneming.
- RGS code WPer (40000) "Lasten uit hoofde van personeelsbeloning".
 
g. kosten van grond- en hulpstoffen en de overige externe kosten  
h. afschrijvingen en de waardeverminderingen ten laste van de immateriële en de materiële vaste activa, gesplitst naar die groepen activa.

De splitsing naar immateriële en materiële vaste activa wordt apart gemeld via een toelichting op de W&V-rekening.
Hiervoor zijn de volgende RGS-codes beschikbaar;
- WAfsAiv (43100) "Afschrijvingen op immateriële vaste activa".
- WWviWvi (48010) "Waardeverandering van imm. vaste activa".
- WAfsAmv (43200) "Afschrijvingen op materiële vaste activa".
- WWviWvm (48030) "Waardeverandering van mat. vaste activa".
 
i. waardeverminderingen van vlottende activa, voor zover zij de bij de rechtspersoon gebruikelijke waardeverminderingen overtreffen.
Hiervoor is de volgende RGS-code beschikbaar:
- WBwvObwBwv (48211) "Bijzondere waardeverminderingen van vlottende activa".
 
j. overige bedrijfskosten
Hiervoor is de volgende RGS-code beschikbaar:
- WBed (45000) "Overige bedrijfskosten".
 
  b. kostprijs van de omzet, met uitzondering van de daarin opgenomen rentelasten, doch met inbegrip van de afschrijvingen en waardeverminderingen
  c. het bruto-omzetresultaat als saldo van de posten a en b
  d. verkoopkosten, met inbegrip van de afschrijvingen en buitengewone waardeverminderingen.
Hiervoor is de volgende RGS-code beschikbaar:
- WVkf (75100) "Verkoopkosten".
  e. algemene beheerskosten, met inbegrip van de afschrijvingen en waardeverminderingen.
Hiervoor is de volgende RGS-code beschikbaar:
- WAkf (75200) "Algemene beheerskosten". 
  f. overige bedrijfsopbrengsten
k. resultaat uit deelnemingen
Hiervoor is de volgende RGS-code beschikbaar:
- WRedAirAwd (85101) "Resultaat deelnemingen".
g. resultaat uit deelnemingen 
l. opbrengsten van andere effecten en vorderingen, die tot de vaste activa behoren.
Hiervoor is de volgende RGS-code beschikbaar:
- WOvt (83000) "Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten".
Maakt deel uit van het saldo "Financiële baten en lasten" op de winst- en verliesrekening en wordt apart gemeld onder "financiële baten en lasten" in de toelichting van de winst- en verliesrekening.
h. opbrengsten uit andere effecten en vorderingen die tot de vaste activa behoren.
m. overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten.
Hiervoor is de volgende RGS-code beschikbaar:
- WFbeRlmAre (84171) "Overige rentebaten rentebaten en soortgelijke opbrengsten".
Maakt deel uit van het saldo "Financiële baten en lasten" op de winst- en verliesrekening en wordt apart gemeld onder "financiële baten en lasten" in de toelichting van de winst- en verliesrekening.
i. overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten 
n. wijzigingen in de waarde van de financiële vaste activa en van de effecten die tot de vlottende activa behoren.
Hiervoor is de volgende RGS-code beschikbaar:
- WWfaBwv (48310) "Waardeveranderingen van financiële vaste activa en van effecten". 
Maakt deel uit van het saldo "Financiële baten en lasten" op de winst- en verliesrekening en wordt apart gemeld onder "financiële baten en lasten" in de toelichting van de winst- en verliesrekening.

j. wijzigingen in de waarde van de financiële vaste activa en van de effecten die tot de vlottende activa behoren. 
o. rentelasten en soortgelijke kosten
Hiervoor is de volgende RGS-code beschikbaar:
- WFbeRls (84300) "Rentelasten en soortgelijke kosten".
Maakt deel uit van het saldo "Financiële baten en lasten" op de winst- en verliesrekening en wordt apart gemeld onder "financiële baten en lasten" in de toelichting van de winst- en verliesrekening.
k. rentelasten en soortgelijke kosten  

Lid 5 van artikel 377 luidt:
"Bij de posten k-o van lid 3 en de posten g-k van lid 4 worden afzonderlijk vermeld de baten en lasten uit de verhouding met groepsmaatschappijen". Dit vinden we dan terug in de toelichting op de winst- en verliesrekening.

Lid 6 van artikel 377 luidt:
"Onder de netto-omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon, onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de omzet geheven belastingen".
Het gaat feitelijk om de omzet waarover omzetbelasting wordt geheven.
Binnen RGS is dit als volgt:
- WOmz (80000) "Netto-omzet".

Lid 7 van artikel 377 luidt:
"Als buitengewone baten en lasten worden aangemerkt de baten en lasten die niet uit de gewone uitoefening van het bedrijf van de rechtspersoon voortvloeien. Tenzij deze baten en lasten van ondergeschikte betekenis zijn voor de beoordeling van het resultaat, worden zij naar aard en omvang toegelicht; hetzelfde geldt voor de baten en lasten welke aan een ander boekjaar moeten worden toegerekend, voor zover zij niet tot de buitengewone baten en lasten zijn gerekend". 
Dit laatste wordt dan apart gemeld in de toelichting van de winst- en verliesrekening.
RGS kent de volgende groep:
- WFbe (84000) "Financiële baten en lasten".

Vrijstelling openbaar maken
Voor de te deponeren jaarrekening bij de KVK (ook wel publicatiejaarrekening genoemd) geldt een algehele vrijstelling voor de winst- en verliesrekening (en ook de daarbij behorende toelichting) op grond van Artikel 396 Burgerlijk Wetboek Boek 2 
    

Bijzondere voorschiften omtrent de toelichting (afdeling 5)

Artikel 396 Burgerlijk Wetboek Boek 2 geeft aan welke gegevens opgenomen dienen te worden in de toelichting.

In dit zelfde artikel wordt ook aangegeven welke gegevens niet opgenomen hoeven te worden. Die gegevens zijn onderstaand in grijs weergegeven.

Artikel 394 (het openbaar maken van de jaarrekening) is slechts van toepassing met betrekking tot een beperkte balans en de toelichting. In de openbaar gemaakte toelichting blijven achterwege de gegevens bedoeld in artikel 380a. Dit laatste artikel gaat over de niet in de balans of winst- en verliesrekening opgenomen gebeurtenissen na de balansdatum. 

M.u.v. het laatst genoemde en de toelichting genoemd bij de winst- en verliesrekeing, is, voor zover wij begrijpen, de toelichting voor de publicatiejaarrekening gelijk aan de inrichtings jaarrekening.

Onderstaande opsomming geeft aan welke gegevens wel/niet (grijs) opgenomen worden in de toelichting:

Artikel 378 Burgerlijk Wetboek Boek 2
Lid 1 (en 2)
Het verloop van het eigen vermogen gedurende het boekjaar wordt weergegeven in een overzicht.
Het in artikel 378 lid 1 genoemde overzicht wordt slechts gegeven voor de herwaarderingsreserve.
De RJ noemt in haar richtlijnen ook "waarschijnlijk Lid 2" m.b.t. bovenstaande. Daar sluiten we op aan.
Het gaat dus om het opnemen van een mutatieoverzicht in de toelichting van de herwaarderingsreserve.
RGS kent de volgende rekening(groep) voor de herwaarderingsreserve:
- BEivHer (05100) "Herwaarderingsreserves". Het gaat dan om de mutaties op deze rekening(en). 

Lid 3
De wijze waarop stortingen op aandelen zijn verricht die in het boekjaar opeisbaar werden of vrijwillig zijn verricht. 
Het gaat hierbij om rechtshandelingen door een Naamloze Vennootschap zoals genoemd in Artikel 94 Burgerlijk Wetboek Boek 2, Artikel 94c of de rechtshandelingen die zijn genoemd in Artikel 204. Bij dit laatste gaat het om bijzondere rechtshandelingen m.b.t. aandelen en de inbreng daarop, zoals inbreng op aandelen anders dan in geld. Het het gaat om een toelichting.
 
Lid 4
Vermelding van gegevens omtrent het aantal, de soort en het nominale bedrag van de eigen aandelen door een Naamloze Vennootschap. Het gaat om een toelichting

Artikel 379 Burgerlijk Wetboek Boek 2
I
nformatie over kapitaalbelangen.
Artikel 380 Burgerlijk Wetboek Boek 2
Indien de inrichting van het bedrijf van de rechtspersoon is afgestemd op werkzaamheden in verschillende bedrijfstakken, wordt met behulp van cijfers inzicht gegeven in de mate waarin elk van de soorten van die werkzaamheden tot de netto-omzet heeft bijgedragen.
Artikel 380a Burgerlijk Wetboek Boek 2 
Gebeurtenissen na balansdatum, alleen weer te geven op de inrichtingsjaarrekening. Als volgt geformuleerd:
"Vermeld worden de niet in de balans of winst- en verliesrekening opgenomen gebeurtenissen na de balansdatum met belangrijke financiële gevolgen voor de rechtspersoon en de in zijn geconsolideerde jaarrekening betrokken maatschappijen tezamen, onder mededeling van de omvang van die gevolgen". 
Het gaat hier om een toelichting.
Vrijgesteld voor de publicatie jaarrekening. 
Artikel 380b Burgerlijk Wetboek Boek 2  
Opgave van:
a.de naam van de rechtspersoon;
b.de rechtsvorm van de rechtspersoon;
c.de zetel van de rechtspersoon; en
d.het KvK-nummer waaronder de rechtspersoon in het handelsregister is ingeschreven. 
Artikel 380c Burgerlijk Wetboek Boek 2
Opgave van de bestemming van de winst of de verwerking van het verlies, of, zolang deze niet vaststaat, het voorstel daartoe..
Artikel 380d Burgerlijk Wetboek Boek 2
Opgave van het aantal winstbewijzen en soortgelijke rechten, met vermelding van de bevoegdheden die zij geven.
Artikel 381 Burgerlijk Wetboek Boek 2 
Lid 1
Belangrijke, niet in de balans opgenomen, langlopende financiële verplichtingen.
Het gaat hier om een toelichting. Niet aanwezig in de balans, dus ook niet via RGS.

Lid 2
De aard, het zakelijk doel en de financiële gevolgen van niet in de balans opgenomen regelingen.

Lid 3
Van betekenis zijnde transacties door de rechtspersoon niet onder normale marktvoorwaarden met verbonden partijen.
Artikel 381a Burgerlijk Wetboek Boek 2
Opgave van financiële instrumenten die tegen de actuele waarde worden gewaardeerd. De rechtspersoon meldt dan volgens BW:

a.indien de actuele waarde met behulp van waarderingsmodellen en -technieken is bepaald, de aannames die daaraan ten grondslag liggen;

b.per categorie van financiële instrumenten, de actuele waarde, de waardeveranderingen die in de winst- en verliesrekening zijn opgenomen, de waardeveranderingen die op grond van artikel 390 lid 1 in de herwaarderingsreserve zijn opgenomen, en de waardeveranderingen die op de vrije reserves in mindering zijn gebracht; en

c.per categorie van afgeleide financiële instrumenten, informatie over de omvang en de aard van de instrumenten, alsmede de voorwaarden die op het bedrag, het tijdstip en de zekerheid van toekomstige kasstromen van invloed kunnen zijn.

Artikel 381b Burgerlijk Wetboek Boek 2
Aanhef en onder a.

Specificatie en toelichting van financiële instrumenten niet tegen de actuele waarde worden gewaardeerd. 

Onder b.
Specificatie van waardering voor financiële vaste activa (financiële intrumenten) die zijn gewaardeerd tegen een hoger bedrag dan de actuele waarde. 
Artikel 382 Burgerlijk Wetboek Boek 2 
Medegedeeld wordt het gemiddelde aantal gedurende het boekjaar bij de rechtspersoon werkzame werknemers, ingedeeld op een wijze die is afgestemd op de inrichting van het bedrijf.
Wordt beperkt tot mededeling van het gemiddelde aantal gedurende het boekjaar bij de rechtspersoon werkzame werknemers in de toelichting.
Artikel 382a Burgerlijk Wetboek Boek 2 
Vermelding honoraria door de accountant.  
Artikel 383 Burgerlijk Wetboek Boek 2  
Lid 1
Bezoldiging van bestuurders en commissarissen.

Lid 2
Betreft openstaande leningen en voorschotten aan bestuurders en commissarissen. Opgegeven in de toelichting worden de nog openstaande bedragen, de afgewaardeerde bedragen en de bedragen waarvan werd afgezien, de rentevoet, de belangrijkste overige bepalingen en de aflossingen gedurende het boekjaar.
Binnen RGS is de volgende rekeninggroep aanwezig als basis:
- BFvaOvr (04400) "Overige vorderingen langlopend". Met o.a. vorderingen van bestuurders en commissarissen. 
Artikel 383a Burgerlijk Wetboek Boek 2 
Als sprake is van een commerciële vereniging of stichting is sprake van opgave van de bestemming van het resultaat en de wijze waarop het resultaat na belastingen wordt bestemd. Dit wordt vermeldt in de toelichting.
Artikel 383b Burgerlijk Wetboek Boek 2 t/m artikel 383e.
Opgave van individuele bezolding (inclusief leningen, voorschotten en garanties) ten behoeve van bestuurders en commissarissen. 
Artikel 396 Burgerlijk Wetboek Boek 2
Lid 5
De rechtspersoon vermeldt de naam en woonplaats van de maatschappij die de geconsolideerde jaarrekening opstelt van het groepsdeel waartoe de rechtspersoon behoort. 

(In dit zelfde lid wordt verwezen naar de beperking van het melden van werkzame werknemers, zoals hiervoor genoemd onder Artikel 382).

Grondslagen voor waardering en van bepaling van het resultaat (afdeling 6)

Hiervoor gelden geen vrijstellingen. 

Artikel 362 Burgerlijk Wetboek Boek 2  
Lid 10 meldt het volgende:
"De rechtspersoon vermeldt in de toelichting volgens welke standaarden de jaarrekening is opgesteld".

Artikel 363 Burgerlijk Wetboek Boek 2 
Lid 4 meldt het volgende:
"De indeling van de balans en van de winst- en verliesrekening mag slechts wegens gegronde redenen afwijken van die van het voorafgaande jaar; in de toelichting worden de verschillen aangegeven en worden de redenen die tot afwijking hebben geleid, uiteengezet."

Artikel 396 Burgerlijk Wetboek Boek 2  
Lid 6 meldt het gebruik in de toelichting van fiscale grondslagen als volgt:
Voor de waardering van de activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat komen ook in aanmerking de grondslagen voor de bepaling van de belastbare winst (fiscale waarderingsgrondslagen). Dit laatste volgens de Wet op de Vennootschapsbelasting. Zie ook de uitwerking bij de Wiki RGS en de Kleine onderneming (Kleine rechtspersoon) als het gaat om het gebruik van fiscale waarderingsgrondslagen.  

Artikel 384 Burgerlijk Wetboek Boek 2 
Lid 3 gaat over continuïteit van de vennootschap en meldt daarover het volgende:
"Bij de waardering van activa en passiva wordt uitgegaan van de veronderstelling dat het geheel der werkzaamheden van de rechtspersoon waaraan die activa en passiva dienstbaar zijn, wordt voortgezet, tenzij die veronderstelling onjuist is of haar juistheid aan gerede twijfel onderhevig is; alsdan wordt dit onder mededeling van de invloed op vermogen en resultaat in de toelichting uiteengezet.".

Lid 5 gaat over het uiteenzetten van de grondslagen in de toelichting voor elk van de opgenomen posten en luidt als volgt: 
"De grondslagen van de waardering van de activa en de passiva en de bepaling van het resultaat worden met betrekking tot elk der posten uiteengezet. De grondslagen voor de omrekening van in vreemde valuta luidende bedragen worden uiteengezet; tevens wordt vermeld op welke wijze koersverschillen zijn verwerkt".

Lid 6 gaat over stelwijzigingen en luidt als volgt:
"Slechts wegens gegronde redenen mogen de waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat geschieden op andere grondslagen dan die welke in het voorafgaande boekjaar zijn toegepast. De reden der verandering wordt in de toelichting uiteengezet. Tevens wordt inzicht gegeven in haar betekenis voor vermogen en resultaat, aan de hand van aangepaste cijfers voor het boekjaar of voor het voorafgaande boekjaar".  

Artikel 386 Burgerlijk Wetboek Boek 2 
Lid 2 gaat over het melden van gehanteerde methoden voor afschrijvingen en luidt als volgt:
"De methoden volgens welke de afschrijvingen zijn berekend, worden in de toelichting uiteengezet". 

Lid 3 gaat onder andere over de afschrijvingstermijn van ontwikkeling en goodwill en luidt als volgt:
"De geactiveerde kosten in verband met de oprichting en met de uitgifte van aandelen worden afgeschreven in ten hoogste vijf jaren. De kosten van ontwikkeling voor zover geactiveerd en de geactiveerde kosten van goodwill worden afgeschreven naar gelang van de verwachte gebruiksduur. In uitzonderlijke gevallen waarin de gebruiksduur van kosten van ontwikkeling en goodwill niet op betrouwbare wijze kan worden geschat, worden deze kosten afgeschreven in een periode van ten hoogste tien jaren. In dergelijke gevallen worden in de toelichting de redenen voor de afschrijvingsduur van de kosten van goodwill vermeld".

Artikel 387 Burgerlijk Wetboek Boek 2 
Lid 4 gaat over het toelichten van waardevermindering van vaste- en vlottende activa en luidt als volgt:
"De afboeking overeenkomstig de voorgaande leden wordt, voor zover zij niet krachtens artikel 390 lid 3 aan de herwaarderingsreserve wordt onttrokken, ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. De afboeking wordt ongedaan gemaakt, zodra de waardevermindering heeft opgehouden te bestaan. De afboekingen ingevolge lid 3, alsmede de terugnemingen, worden afzonderlijk in de winst- en verliesrekening of in de toelichting opgenomen".

Zie Jaarrekening klein (inrichtingsmodel). Onder de Winst- en verliesrekening de volgende posten:
- Waardeveranderingen van immateriële en materiële vaste activa;
- Wijziging in de reële waarde van vastgoedbeleggingen;
- Waardeverminderingen van vlottende activa.

Zie Jaarrekening klein > Toelichting. Onder de toelichting op de winst- en verliesrekening:
- Waardeveranderingen van immateriële vaste activa;
- Waardeveranderingen van materiële vaste activa;

Zie ook Wiki "RGS en Vaste activa en afschrijvingen in de boekhouding", onderdeel "Bijzondere waardevermindering" waar ook wordt verwezen naar Artikel 387 Burgerlijk Wetboek Boek 2 (lid 3). Ook wordt daar verwezen naar het eerst afboeken van een eventuele herwaarderingsreserve volgens Artikel 390 Burgerlijk Wetboek Boek 2 (lid 3). 

Artikel 388 Burgerlijk Wetboek Boek 2
Lid 2 gaat over het opnemen van rente in de vervaardigingsprijs van een actief. Oftewel het daardoor activeren van die rente. Luidt als volgt:
"De vervaardigingsprijs waartegen een actief wordt gewaardeerd, omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente op schulden over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze rente is geactiveerd".

Artikel 389 Burgerlijk Wetboek Boek 2 
Lid 2 gaat over het vermelden van de grondslag van de netto-vermogenswaarde van een deelneming. Luidt als volgt:
"De rechtspersoon bepaalt de netto-vermogenswaarde van de deelneming door de activa, voorzieningen en schulden van de maatschappij waarin hij deelneemt te waarderen en haar resultaat te berekenen op de zelfde grondslagen als zijn eigen activa, voorzieningen, schulden en resultaat. Deze wijze van waardering moet worden vermeld". Dit laatste in de toelichting.

Lid 3 gaat over het vermelden van een afwijkende grondslag van de netto-vermogenswaarde van een deelneming. Luidt als volgt:
"Wanneer de rechtspersoon onvoldoende gegevens ter beschikking staan om de netto-vermogenswaarde te bepalen, mag hij uitgaan van een waarde die op andere wijze overeenkomstig deze titel is bepaald en wijzigt hij deze waarde met het bedrag van zijn aandeel in het resultaat en in de uitkeringen van de maatschappij waarin hij deelneemt. Deze wijze van waardering moet worden vermeld". Dit laatste in de toelichting.

Artikel 390 Burgerlijk Wetboek Boek 2 
Lid 5 gaat over winstbelasting (veelal VPB) waarmee rekening gehouden wordt bij een herwaardering. Luidt als volgt:
"In de toelichting wordt uiteengezet, of en op welke wijze in samenhang met de herwaardering rekening wordt gehouden met de invloed van belastingen op vermogen en resultaat".

Voor nadere informatie over administreren van herwaardering zie Wiki RGS en herwaardering van activa.

Artikel 9 Besluit actuele waarde (BAW)
Lid 9 gaat over de bepaling van de actuele kostprijs, bedrijfswaarde of opbrengstwaarde. Luidt als volgt:
"In de toelichting wordt uiteengezet hoe de actuele kostprijs, bedrijfswaarde of opbrengstwaarde, bedoeld in de artikelen 7 en 8, is bepaald". Artikel 7 gaat hierbij over waardering van materiële vaste activa of immateriële vaste activa, niet zijnde beleggingen. Artikel 8 gaat over agrarische voorraden.

Artikel 11 Besluit actuele waarde (BAW)
Lid 2 gaat over bepaling van de marktwaarde van niet-financiële beleggingen. Voor de duidelijkheid is hieronder het volledige artikel (lid 1 en 2) gemeld:
"1. Indien activa, niet zijnde financiële instrumenten, die opbrengsten kunnen opleveren als belegging, worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, komt daarvoor in aanmerking de marktwaarde. Als benadering van de marktwaarde kan de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen worden gehanteerd.

2. Indien de waarde van de in het eerste lid bedoelde activa wordt benaderd, wordt in de toelichting vermeld:
   a.welke benaderingsmethode is toegepast; en
   b.indien de waarde is geschat op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, de aannames
      waarop de verwachtingen zijn gebaseerd en de gehanteerde rentevoet".

Artikel 3 Besluit fiscale waarderingsgrondslagen (BFW)
Gaat over posten waarbij de fiscale waardering afwijkt van de commerciële waardering. Luidt als volgt:
"In de toelichting wordt vermeld voor welke posten het gebruik van fiscale waarderingsgrondslagen leidt tot een afwijking van de waardering volgens afdeling 6, titel 9, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, die van belang is voor het inzicht in het vermogen. Deze toelichting maakt deel uit van de jaarrekening die ingevolge artikel 394 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt gepubliceerd". 


Deze WIKI RGS is continu in ontwikkeling.

Suggesties en meewerken aan de ontwikkeling van deze WIKI is van harte welkom.
 

Om een compleet beeld te krijgen, zie ook:

RGS Niet Ready
Openstaande punten RGS.