Begrippen > Geamortiseerde kostprijs
Geamortiseerde kostprijs (amortized cost price) is een waarderingsmethode die vooral wordt gebruikt voor financiële activa en passiva, zoals leningen en obligaties. In tegenstelling de tot historische kostprijs, waarbij een actief wordt gewaardeerd tegen de oorspronkelijke aankoopprijs, past de geamortiseerde kostprijs die waarde in de loop van de tijd aan (de boekwaarde), rekening houdend met aflossingen, rente en eventuele kortingen, premies en/of transactiekosten.
Nadere toelichting:
De RJ geeft de volgende omschrijving:
"De geamortiseerde kostprijs is het bedrag waarvoor een financieel actief of een financiële verplichting bij de eerste verwerking in de balans wordt opgenomen, verminderd met aflossingen op de hoofdsom, vermeerderd of verminderd met de via de effectieve-rentemethode bepaalde cumulatieve amortisatie van het verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag en verminderd met eventuele afboekingen (direct, dan wel door het vormen van een voorziening) wegens bijzondere waardeverminderingen of oninbaarheid."
Meer specifiek (volgens IFRS 9) wordt de geamortiseerde kostprijsmethode gebruikt wanneer een financieel actief:
Vrijwel alle financiële verplichtingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, wat betekent dat rentelasten worden gerapporteerd in de financieringscategorie van de winst-en-verliesrekening op basis van de effectieve rentevoet.
Bij de eerste verwerking worden schulden en vorderingen opgenomen tegen de nominale waarde (de hoofdsom van de schuld, indien van toepassing inclusief transactiekosten).
Als geen sprake is van transactiekosten, agio of disagio, dan is de geamortiseerde kostprijs in eerste instantie gelijk aan de nominale waarde (in dit geval de hoofdsom) van de schuld. Hierna wordt rekening gehouden met een effectieve rentemethode en aflossing.
Na de eerste verwerking worden schulden en vorderingen (leningen en obligaties) dan opgenomen tegen de Geamortiseerde kostprijs.
Agio
Agio is het verschil tussen een uitgiftekoers en de nominale waarde van een obligatie of andere lening.
Zie ook begrip Agio op obligaties.
Artikel 375 Burgerlijk Wetboek Boek 2 (lid 5), "Is het bedrag waarmee de schuld moet worden afgelost hoger dan het ontvangen bedrag, dan mag het verschil, mits afzonderlijk vermeld, uiterlijk tot de aflossing worden geactiveerd." Er is dan sprake van disagio.
Is het bedrag waarmee de schuld moet worden afgelost lager dan het ontvangen bedrag, dan is sprake van agio.
Werking
Hoe geamortiseerde kostprijs werkt:
Zie ook www.ifrscommunity.com.
Voorbeeld uitgave obligatielening zonder transactiekosten en/of een verschil in nominale uitgifteprijs en aflossing
Als geen sprake is van transactiekosten en/of een verschil in nominale uitgifteprijs en aflossing van een obligatie, dan volstaat het boeken van de nominale uitgifteprijs, (coupon)rente en aflossing.
Stel dat een obligatielening wordt uitgegeven van 50.000 euro met een looptijd van 5 jaar. Met jaarljkse (coupon)rente van 5%. Tegen een nominale uitgifteprijs van 50.000 euro.
De effectieve renteberekening is dan -50.000 + 2.500/(1 + r)^1 + … + 2.500/(1 + r)^5 + 50.000/(1 + r)^5 = 0.
De effectieve rente "r" is dan gelijk aan de (coupon)rente van 5% (zie www.berekensite.nl).
Zie voor boekingen de Wiki Obligaties in de boekhouding.
Voorbeeld uitgave obligatielening met transactiekosten en/of een verschil in nominale uitgifteprijs en aflossing
Als wel sprake is van transactiekosten en/of een verschil in nominale uitgifteprijs en aflossing van een obligatie, dan worden jaarlijks boekingen gedaan op basis van de geamortiseerde kostprijs.
Stel dat een obligatielening wordt uitgegeven van 50.000 euro met een looptijd van 5 jaar. Met jaarljkse (coupon)rente van 5%. Tegen een uitgifteprijs van 48.000 euro. De transactiekosten bedragen 1.000 euro.
De effectieve renteberekening is dan -47.000 + 2.500/(1 + r)^1 + … + 2.500/(1 + r)^5 + 50.000/(1 + r)^5 = 0.
De effectieve rente "r" is dan 6,44% (zie www.berekensite.nl).
Verdeeld over 5 jaar jaar geeft dit het volgende beeld:
(Coupon)rente | Effectieve rente | Aflossing | Stand lening | |
01-01-2xx1 | 47.000 | |||
31-12-2xx1 | 2.500- | 6,44% van 47.000 is 3.027 | 47.000 - 2.500 + 3.027 is 47.527 | |
31-12-2xx2 | 2.500- | 6,44% van 47.527 is 3.061 | 47.527 - 2.500 + 3.061 is 48.088 | |
31-12-2xx3 | 2.500- | 6,44% van 48.088 is 3.097 | 48.088 - 2.500 + 3.097 is 48.685 | |
31-12-2xx4 | 2.500- | 6,44% van 48.685 is 3.135 | 48.685 - 2.500 + 3.135 is 49.320 | |
31-12-2xx5 | 2.500- | 6,44% van 49.320 is 3.176 | 49.320 - 2.500 + 3.176 is 49.996 | |
Idem (einde) | 50.000- | 49996 - 50.000 = 4 *) |
*) 4 euro afrondingsverschil.
Boekingen op basis van RGS zijn dan als volgt:
Initieel op 1-1 bij de uitgifte tegen de reële waarde van (48.000 -/- 1.000) bedraagt 47.000 euro.
RGS-code / reknr | Naam | Debet | Credit |
BLimBanRba (10201) | Bank | 47.000,00 | |
BLasAoeAol (08101) | Hoofdsom andere obligaties en onderhandse leningen (langlopend) | 47.000,00 |
Einde jaar 1 wordt dan geboekt:
De effectieve rente op de Winst- en verliesrekening.
RGS-code / reknr | Naam | Debet | Credit |
WFbeRlsRob (84305) | Rentelasten obligatieleningen | 3.027,00 | |
BLasAoeAol (08101) | Hoofdsom andere obligaties en onderhandse leningen (langlopend) | 527,00 | |
BLimBanRba (10201) | Bank | 2.500,00 |
Einde jaar 2 wordt dan geboekt:
De effectieve rente op de Winst- en verliesrekening.
RGS-code / reknr | Naam | Debet | Credit |
WFbeRlsRob (84305) | Rentelasten obligatieleningen | 3.061,00 | |
BLasAoeAol (08101) | Hoofdsom andere obligaties en onderhandse leningen (langlopend) | 561,00 | |
BLimBanRba (10201) | Bank | 2.500,00 |
Einde jaar 3 wordt dan geboekt:
De effectieve rente op de Winst- en verliesrekening.
RGS-code / reknr | Naam | Debet | Credit |
WFbeRlsRob (84305) | Rentelasten obligatieleningen | 3.097,00 | |
BLasAoeAol (08101) | Hoofdsom andere obligaties en onderhandse leningen (langlopend) | 597,00 | |
BLimBanRba (10201) | Bank | 2.500,00 |
Einde jaar 4 wordt dan geboekt:
De effectieve rente op de Winst- en verliesrekening.
RGS-code / reknr | Naam | Debet | Credit |
WFbeRlsRob (84305) | Rentelasten obligatieleningen | 3.135,00 | |
BLasAoeAol (08101) | Hoofdsom andere obligaties en onderhandse leningen (langlopend) | 635,00 | |
BLimBanRba (10201) | Bank | 2.500,00 |
Einde jaar 5 wordt dan geboekt:
De effectieve rente op de Winst- en verliesrekening.
RGS-code / reknr | Naam | Debet | Credit |
WFbeRlsRob (84305) | Rentelasten obligatieleningen | 3.135,00 | |
BLasAoeAol (08101) | Hoofdsom andere obligaties en onderhandse leningen (langlopend) | 676,00 | |
BLimBanRba (10201) | Bank | 2.500,00 |
Gevolgd door het boeken van de aflossing (én afrondingsverschil) eind jaar 5:
RGS-code / reknr | Naam | Debet | Credit |
BLasAoeAol (08101) | Hoofdsom andere obligaties en onderhandse leningen (langlopend) | 50.000,00 | |
BLimBanRba (10201) | Bank | 50.000,00 | |
En | |||
WBedAdlBov (4645) | Boekingsverschillen | 0,04 | |
BLasAoeAol (08101) | Hoofdsom andere obligaties en onderhandse leningen (langlopend) | 0,04 |
Saldi op genoemde obligatierekening is dan als volgt eind jaar 5:
Mutatie | Debet | Credit | Saldo |
Ontvangen bedrag obligatielening | 47.000,00 | 47.000,00- | |
Eind jaar 1 | 527,00 | 47.527,00- | |
Eind jaar 2 | 561,00 | 48.088,00- | |
Eind jaar 3 | 597,00 | 48.685,00- | |
EInd jaar 4 | 635,00 | 49.320,00- | |
EInd jaar 5 | 676,00 | 49.996,00- | |
Aflossing eind jaar 5 | 50.000,00 | 4,00 | |
Afrondingsverschil eind jaar 5 | 4,00 | 0,00 | |
Eindsaldo obligatierekening | 0,00 |
Bovenstaand is gekozen voor de uitwerking van de geamortiseerde kostprijs van een uitgegeven obligatielening.
Op soortgelijke wijze kan de geamortiseerde kostprijs berekend en geboekt worden voor een aangegane andersoortige lening.
WIKI's over [ Geamortiseerde kostprijs ] |
---|
Leningen (zakelijk, factoring, onderhands en obligaties) in de boekhouding Een ondernemer kan op meerdere manieren een (zakelijke) lening afsluiten en verantwoorden in de boekhouding. In veel gevallen zal het gaan om een langlopende lening (langer dan een jaar) voor een bedrijfsfinanciering. Denk aan een lening voor bedrijfsuitbreiding, investering in nieuwe machines of bijvoorbeeld een ontwikkeling. Er kan echter ook sprake zijn van een kortlopende lening (korter dan een jaar), denk bijvoorbeeld aan factoring als vorm van debiteurenfinanciering. |
Obligaties in de boekhouding Als een onderneming geld nodig heeft voor bijvoorbeeld een investering kan het door het uitgeven van een obligatielening aan de benodigde financiering komen. De koper (belegger) van de obligatie ontvangt een rentevergoeding. Via periodieke bedragen of na afloop van een vastgestelde termijn (bijvoorbeeld 5 tot 30 jaar) wordt een obligatie terugbetaald. |