Een Stichting is volgens BW 2, Titel 6, een rechtspersoon waarvoor ook een administratie wordt gevoerd. Veel rekeningen c.q. RGS codes zoals die gelden voor ondernemingen in de vorm van een BV zijn ook van toepassing voor een stichting. In plaats van aandelenkapitaal, zoals bij een BV, is sprake van stichtingskapitaal.En kenmerkende eigen vermogen rekeningen voor een stichting zijn bestemmingsfondsen en bestemmingsreserve.
Een stichting is een rechtsvorm waarmee je een sociaal, ideëel of maatschappelijk doel nastreeft. BW2, Titel 6, Artikel 285, lid 1 omschrijft dit als volgt: "Een stichting is een door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon, welke geen leden kent en beoogt met behulp van een daartoe bestemd vermogen een in de statuten vermeld doel te verwezenlijken".
Rechtspersoon De stichting is volgens de wet (net als bijvoorbeeld een BV) een rechtspersoon. Dat betekent ook dat bestuursleden niet persoonlijk aansprakelijk zijn, mits geen sprake is van wanbestuur. De stichting kan (net als bij een bedrijf) zelf een organisatie voeren met daarbij behorende middelen, zoals een bankrekening en goederen. Een stichting kan ook personeel in dienst hebben en daarmee dus werkgever zijn.
- Een stichting kent een bestuur en geen leden.
- Een stichting kan al door één persoon opgericht worden (dit in tegenstelling tot een vereniging).
- Een stichting wordt altijd opgericht via een notaris die een oprichtingsakte maakt waarin de statuten van de stichting worden vastgelegd.
- De stichting én haar bestuurders worden altijd ingeschreven in het KVK Handelsregister.
- De notaris schrijft bij het oprichten ook de Ultimate Beneficial Owners (UBO’s) in bij KVK. De KVK meldt hierover het volgende "Dit zijn de uiteindelijk belanghebbenden van de stichting. Bijvoorbeeld mensen die voor meer dan 25% begunstigde van het vermogen van de stichting zijn. Een stichting kan een of meer UBO's hebben".
Eigen vermogen Het eigen vermogen van een stichting is niet bedoeld om dat na verloop van tijd aan de eigenaren van de stichting uit te keren, zoals bij een onderneming. Het eigen vermogen van een stichting kan alleen worden aangewend in overeenstemming met de doelstellingen waarvoor zij in het leven is geroepen. Meer specifiek geldt dat het de stichting ingevolge artikel 2:285 lid 3 BW niet is toegestaan uitkeringen te doen aan oprichters of leden van de stichting of aan hen die deel uitmaken van zijn organen.
Vennootschapsbelasting (VPB) Een stichting, vereniging of vergelijkbare organisatie moet alleen in bepaalde situaties aangifte vennootschapsbelasting doen. Dit heet beperkte belastingplicht. Als een stichting een onderneming heeft kan deze te maken krijgen met de VPB.
Er geldt een vrijstelling voor de VPB als (bron website Belastingdienst, 2022):
- de fiscale winst in een jaar niet hoger is dan € 15.000 of
- als de fiscale winst in een jaar hoger is dan € 15.000, maar samen met de fiscale winsten in de daaraan voorafgaande 4 jaren niet hoger is dan € 75.000.
De richtlijnen voor stichtingen en verenigingen zijn voor de VPB best uitgebreid. Raadpleeg voor de laatste stand van zaken daarom altijd de website van de Belastingdienst.
Jaarrekening In beginsel is een stichting niet verplicht een jaarrekening openbaar te maken. Hierbij is wel het volgende van belang:
- ANBI
Als een stichting wordt gekenmerkt als een algemeen nut beogende instelling (ANBI) moeten sinds 1 januari 2014 bepaalde gegevens op een internetsite gepubliceerd worden.
- Commerciële stichting (of vereniging)
Artikel 360 Burgerlijk Wetboek Boek 2 - lid 3 bepaalt of sprake is van een commerciële stichting of vereniging. Het gaat hierbij om een stichting of vereniging die een of meer ondernemingen in stand houden welke ingevolge de wet in het handelsregister moeten worden ingeschreven, indien de netto-omzet van deze ondernemingen gedurende twee opeenvolgende boekjaren zonder onderbreking nadien gedurende twee opeenvolgende boekjaren een bepaald bedrag bedraagt. Zie Wiki RGS en commerciële stichting en vereniging in de boekhouding.
Als sprake is van een jaarrekening dan geldt het volgende: Het bestuur van een stichting maakt altijd de jaarrekening op. En alle bestuursleden ondertekenen deze. De wettelijke grondslag voor de jaarverslaggeving van alle rechtspersonen is opgenomen in artikel 2:10 BW. Hier valt de door het bestuur van een stichting op te maken jaarrekening (met balans en staat van baten en lasten) ook onder.
Voor deponeren bij de KVK is een speciaal model "Jaarrekening stichtingen" beschikbaar. Specifieke posten in relatie tot een stichting zijn:
- - Balans passiva, EIgen vermogen; met posten voor
- Stichtingskapitaal; RGS code BEivSevSti (05651); - Bestemmingsfondsen; RGS code BEivBefBef (05351); - Bestemmingsreserves; RGS code BEivBerBer (05371).
In andere gevallen (dus bij niet deponeren bij de KVK) hanteert een stichting in de praktijk het model van een jaarrekening volgens: - Organisaties zonder winststreven (OZW) of - Fondswervende organisaties (FWO).
Daar komen ook de specifieke posten aan de orde als bestemmingsreserve en bestemmingsfondsen.
RGS Specifiek voor stichtingen kent RGS de volgende rekening: - Stichtingskapitaal; onder het eigen vermogen.
Zie ook:
|