Waardering van een deelneming kan tegen: A. Verkrijgingsprijs c.q. kostprijs; B. Vermogensmutatiemethode (VMM).
Ad. A.Verkrijgingsprijs c.q. kostprijs
Dit is altijd van toepassing als op basis van fiscale grondslagen wordt gewerkt. Kleine rechtspersonen (KvK categorie micro en klein) hebben de mogelijkheid om de (commerciële) jaarrekening volgens fiscale waarderingsgrondslagen op te stellen. Dit is volgens de grondslagen die ook gelden voor de aangifte vennootschapsbelasting (VPB). Er is dan bijvoorbeeld geen sprake van: - Aandeel in resultaat deelnemingen en het vormen van een wettelijke reserve deelneming; - Herwaardering deelnemingen. - Goodwill. En ook geen sprake van belastinglatenties in de jaarrekening. Want alles is op fiscale grondslagen. Uitkering van dividend is dan het resultaat van de deelneming. Eventueel gevolgd door winst bij verkoop van de deelneming.
Er kan wel sprake zijn van een bijzondere waardevermindering. Mee gekocht dividend Er kan ook sprake zijn van dividend inbegrepen in de aankoop van een deelneming. De uitkering van dit dividend (direct na de aankoop) wordt dan in mindering gebracht op de waarde van de deelneming als waardering van de deelneming plaatsvindt tegen de verkrijgingsprijs.
Uitzondering Er bestaan uitzonderingen in de praktijk om bij toepassing van fiscale grondslagen toch de (hierna genoemde) vermogensmutatiemethode toe te passen voor deelnemingen. Wij laten dat hier verder buiten beschouwing.
Ad. B. Vermogensmutatiemethode (VMM)
Deze methode wordt gehanteerd als sprake is van een deelneming waarbij invloed van betekenis is. Is dit laatste niet het geval dan is sprake van waardering tegen verkrijgingsprijs of actuele waarde van de deelneming. Hiervoor verwijzen we verder naar de waardering, zoals genoemd bij Effecten.
Deelnemingen waar invloed van betekenis is op het zakelijke en financiële beleid volgens BW2 Art 389 (lid 1) worden gewaardeerd tegen de vermogensmutatiemethode (VMM). Overeenkomstig ild 2 en 3 van betreffend artikel, te weten:
Netto-vermogenswaarde Lid 2 “De netto-vermogenswaarde van een deelneming wordt bepaald door de activa, voorzieningen en schulden van de maatschappij waarin wordt deelgenomen te waarderen en haar resultaat te berekenen op de zelfde grondslagen als zijn eigen activa, voorzieningen, schulden en resultaat. Deze wijze van waardering moet worden vermeld”. Hier spreken we over waardering tegen de “netto-vermogenswaarde” (NVW). Waarbij dus de grondslagen van de onderneming waarin wordt deelgenomen dezelfde zijn als de eigen grondslagen. Te weten verkrijgingsprijs of actuele waarde.
Dit laatste heeft als consequentie dat bij afwijkingen de grondslagen van de deelnemende onderneming en de onderneming waarin wordt deelgenomen telkens gelijk getrokken moeten worden. Uitzondering De RJ (RJK B3 111) vult dit wel aan met het volgende: Als de deelnemende rechtspersoon zijn jaarrekening opstelt op basis van historische kosten of actuele waarde, dan geldt als eerste boekwaarde van de deelneming de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van de betreffende deelneming op het moment van verwerving.
Zichtbaar eigen vermogen Lid 3 “Wanneer de rechtspersoon onvoldoende gegevens ter beschikking staan om de netto-vermogenswaarde te bepalen, mag hij uitgaan van een waarde die op andere wijze overeenkomstig deze titel is bepaald en wijzigt hij deze waarde met het bedrag van zijn aandeel in het resultaat en in de uitkeringen van de maatschappij waarin hij deelneemt. Deze wijze van waardering moet worden vermeld”. Hier wordt ook wel gesproken over waardering van deelnemingen tegen het “zichtbare eigen vermogen”. Dit laatste dus is alleen toegestaan als er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om de netto-vermogenswaarde te bepalen.
Uitgangspunt zal dan zijn de waarderingsgrondslagen van de onderneming waarin deelgenomen wordt en de waarde van het (zichtbaar) eigen vermogen op de balans van betreffende onderneming.
VMM samengevat Op basis van het genoemde lid 2 en 3 kan bij de “Vermogensmutatiemethode” onderscheid gemaakt worden naar:
- Waardering overeenkomstig de “Netto-vermogenswaarde”; volgens lid 2.
De activa, voorzieningen en schulden worden berekend op dezelfde grondslagen als de deelnemende onderneming, zijnde verkrijgingsprijs of actuele waarde. Dit leidt tot het resultaat van de onderneming waarin wordt deelgenomen. De netto-vermogenswaarde is dan het percentage van de deelneming maal het berekende resultaat.
- Waardering tegen het “Zichtbaar eigen vermogen”; volgens lid 3.
De waarde van het eigen vermogen op de balans van de onderneming waarin deelgenomen wordt. Het zichtbaar eigen vermogen is dan het percentage van de deelneming maal het genoemde eigen vermogen.
Herwaarderingsreserve deelneming
Het verplicht aanhouden van een herwaarderingsreserve deelnemingen wordt bepaald door lid 6, te weten: “De rechtspersoon houdt een reserve aan ter hoogte van zijn aandeel in het positieve resultaat uit deelnemingen en in rechtstreekse vermogensvermeerderingen sedert de eerste waardering overeenkomstig lid 2 of lid 3. Deelnemingen waarvan het cumulatief resultaat sedert die eerste waardering niet positief is, worden daarbij niet in aanmerking genomen. De reserve wordt verminderd met de uitkeringen waarop de rechtspersoon sedertdien tot het moment van het vaststellen van de jaarrekening recht heeft verkregen, alsmede met rechtstreekse vermogensverminderingen bij de deelneming; uitkeringen die hij zonder beperkingen kan bewerkstelligen, worden eveneens in mindering gebracht. Deze reserve kan in kapitaal worden omgezet. Onder de in dit lid bedoelde uitkeringen worden niet begrepen uitkeringen in aandelen”.
Wijzigingen in de netto-vermogenswaarde als gevolg van prijswijzigingen van vaste activa en voorraden bij de deelneming worden bij waardering tegen actuele waarde dan bij de deelnemende rechtspersoon als herwaardering behandeld.
Boeking en RGS Voor het boeken van de herwaarderingsreserve bij de deelnemende rechtspersoon, zie: Wiki RGS en Deelneming NVW: Herwaardering deelneming boeken.
Wettelijke reserve
Wettelijke reserve is dat deel van het eigen vermogen dat op basis van wet- en regelgeving niet uitgekeerd mag worden aan eigenaren zoals aandeelhouders. Dit ter bescherming van schuldeisers van een onderneming.
In relatie tot deelnemingen is er de “Wettelijke reserve deelnemingen” Het gaat hierbij om een reserve in de deelnemende onderneming om te voorkomen dat deze dividend uitkeert aan haar aandeelhouder(s), terwijl dividend uit een deelneming (nog) niet is ontvangen. Na dit laatste kan alsnog (een deel van) de wettelijke reserve vrijvallen en dus voor uitkering aan aandeelhouders in aanmerking komen. Een wettelijke reserve is niet van toepassing als tegen de verkrijgingsprijs wordt geboekt.
Goodwill
Lid 7 “Indien de waarde bij de eerste waardering overeenkomstig lid 2 of lid 3 lager is dan de verkrijgingsprijs of de voorafgaande boekwaarde van de deelneming, wordt het verschil als goodwill geactiveerd. Voor deze berekening wordt ook de verkrijgingsprijs verminderd overeenkomstig artikel 385 lid 5”. Goodwill is kort gezegd het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de deelnemingswaarde op de balans. Dit geldt zowel bij de netto vermogenswaarde als bij waardering tegen zichtbaar eigen vermogen.
Boeking en RGS Voor meer over Goodwill en het boeken ervan, zie: Wiki RGS en Goodwill in de boekhouding.
Bijzondere waardevermindering
Een deelneming kan nooit negatief zijn op de balans. Als de waarde onder nihil komt (er is dan sprake van een negatief eigen vermogen) én er is aansprakelijkheid voor schulden van de deelneming wordt een voorziening opgenomen.
Boeking en RGS Voor het boeken van een bijzondere waardevermindering van een deelneming, zie: Wiki RGS en Deelneming NVW: Bijzondere waardevermindering in de boekhouding. |