Wiki RGS in de boekhouding
Wiki RGS in de boekhouding > RGS en de (onderhanden) projectadministratie
RGS casus onderhanden projecten |
---|
Bij deze casus gaat het expliciet om onderhanden projecten in opdracht van derden. Onderhanden projecten worden dus uitgevoerd in opdracht van derden. En een onderhanden project heeft altijd betrekking op de constructie van een actief of combinatie van activa (zie bijvoorbeeld B5.3 "Onderhanden projecten" van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor micro- en kleine rechtspersonen). Door de aard van onderhanden projecten vallen start- en einddatum vaak in een aparte periode. Werkzaamheden in opdracht van een derde die niet leiden tot de constructie van een actief of combinatie van activa, denk aan dienstverlening door een accountants- of advocatenkantoren vallen dan ook niet onder de definitie onderhanden projecten, zoals hier behandeld wordt. Zie daarvoor onder andere RGS en Transitorische posten oftewel overlopende activa en passiva. Volgens de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) worden er bedrijfseconomisch 2 methoden van winstneming onderscheiden voor vennootschappen als het gaat om onderhanden projecten, te weten:
Waarbij in beide gevallen verwachte verliezen onmiddellijk als last in de W&V-rekening verwerkt worden. Balans Stel: project geboekt als gefactureerde termijnen 7.000 euro. Belast op project aan kosten (plus winstopslag) is 8.000 euro. OHP kan ook negatief zijn als er meer aan termijnen gedeclareerd is dan aan kosten (plus winstopslag) is geboekt en/of als de verliezen groter zijn dan de marge tussen opbrengst en kosten. In het laatste geval is sprake van kortlopende schulden (verplichting). Onderhanden projecten (OHP) maken in elk geval geen onderdeel uit van de voorraden in de balans. “Voorraden worden in de balans als actief verwerkt, waarna verwerking in de W&V-rekening pas plaatsvindt bij verkoop". Fiscaal Percentage of Completion (PoC) methode De PoC-methode is verder leidend bij deze RGS casus onderhanden projecten. De methode “Winstneming bij oplevering c.q. voltooiing van een project”, zoals genoemd bij de inleiding volgens de RJ, blijft dan ook verder buiten beschouwing in deze casus. Belastingdienst De Belastingdienst spreekt (nog) van onderhanden werk, ook daar waar de RJ het heeft over onderhanden projecten. Dat is wel even opletten. De volgende informatie is afkomstig van het onderdeel “Waardering onderhanden werk” op de website van de Belastingdienst: “Bij onderhanden werk gaat het om langlopende projecten en opdrachten zoals een bouwwerk waaraan langere tijd wordt gewerkt. In de kostprijs neemt u alle direct toerekenbare kosten mee, zoals lonen, materialen, kosten en afschrijving van gebruikte machines, energie en werk door derden. Ook moet u het constante deel van de algemene kosten, zoals loonkosten van de algemene leiding en huisvestingskosten, in de waardering opnemen en moet u (een evenredig deel van) de winstopslag activeren. U moet de winst voortschrijdend nemen. Dit betekent dat u niet mag wachten met winstneming tot het werk of de opdracht is afgerond. Als een opdracht voor de helft klaar is, dan moet u dus de helft van de overeengekomen prijs op dat moment activeren. Dit activeren leidt vervolgens tot winstneming”. Bovenstaande sluit volgens ons goed aan bij de door de RJ genoemde “Percentage of Completion” (PoC) methode. Daarnaast heeft de Belastingdienst afspraken gemaakt met brancheorganisaties over de waardering van onderhanden werk (onderhanden projecten in opdracht van derden), gebaseerd op Artikel 3.29b Wet inkomstenbelasting 2001, dat als volgt luidt:
In de afspraken komt onder meer naar voren: Het wettelijke kader van artikel 3.29b Wet IB 2001 is als volgt te kenschetsen:
De uitwerking van artikel 3.29b Wet IB 2001 Artikel 3.29b Wet Inkomstenbelasting 2001 schrijft voor een gedeelte van de overeengekomen vergoeding voor het aangenomen werk toe te rekenen aan dat onderhanden werk. De waardering kan als volgt worden bepaald:
Kleine ondernemingen en/of kleine projecten De uitwerking van artikel 3.29b Wet IB 2001 voor kleine ondernemingen (netto-omzet minder dan 4 miljoen euro en zie voor actuele en aanvullende regels de uitwerking van de Belastingdienst voor wat onder klein wordt verstaan). Onder de Netto-omzet Artikel 377 Burgerlijk Wetboek Boek 2 wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon, onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de omzet geheven belastingen. Voor de uitwerking van artikel 3.29b Wet IB 2001 wordt in beginsel aangesloten bij de administratie van de onderneming. Sommige kleine ondernemers voeren geen administratie op projectniveau. In het licht van een doelmatige belastingheffing en ter vermindering van de administratieve lasten is het voor deze ondernemers toegestaan de volgende waarderingsmethode toe te passen: De winst wordt voortschrijdend genomen door het activeren van de toerekenbare kosten en het toerekenbare winstdeel. Dit winstdeel wordt bepaald op basis van het gemiddelde winstpercentage over de drie voorgaande belastingjaren. Jaarlijks wordt daartoe het gemiddelde winstpercentage van de onderneming berekend of wordt het gemiddelde winstpercentage genomen van werken die naar hun aard vergelijkbaar zijn met de werken die op balansdatum nog onderhanden zijn. Onderhanden werk wordt dan, conform de eerder genoemde uitgangspunten, gewaardeerd op de directe en indirecte toerekenbare kosten vermeerderd met een winstopslag op basis van dit berekende gemiddelde. Tot de toerekenbare kosten behoren onder meer het constante deel van de algemene kosten, niet-verrekenbare kosten en de financieringskosten. Voor de berekening van het gemiddelde winstpercentage wordt voor een verliesjaar een winstpercentage van 0% meegewogen. De ondernemer moet de berekening van de balanspost onderhanden werk in zijn administratie vastleggen. Een onderneming die niet mag waarderen volgens de methode voor kleine ondernemingen maar wel kleine projecten (minder dan € 100.000, zie voor actuele en aanvullende regels de uitwerking van de Belastingdienst) uitvoert, kan de toerekenbare winst van die onderhanden kleine projecten vaststellen aan de hand van het gemiddelde winstpercentage van naar hun aard vergelijkbare projecten over de drie voorgaande belastingjaren. Jaarlijks wordt dit percentage herrekend. Onderhanden werk in verband met deze kleine projecten wordt dan, conform de eerder genoemde uitgangspunten, gewaardeerd op de directe en indirecte toerekenbare kosten vermeerderd met een winstopslag op basis van dit berekende gemiddelde. Voorbeelden in de boekhouding:
Zie de complete uitwerking van deze afspraken. Rekeningen via het RGS-schema Vanuit het RGS-schema hebben wij de volgende rekeningen geselecteerd voor het boeken van onderhanden projecten in onze voorbeelden: Balans onderhanden werk (rubriek 3):
W&V-rekening wijziging voorraad (rubriek 8):
Uitwerken van de boekingen Bij het uitwerken van de boekingen is verder rekening gehouden met het volgende:
Voor de herkenbaarheid zijn we uitgegaan van een zelfde soort voorbeelden als binnen de eerder genoemde uitwerking van de Belastingdienst. Volledige casus De volledige casus (ruim 30 pagina's) is te uitgebreid om hierna uit te schrijven. De casus bevat in elk geval een uitgebreid aantal boekingen (journaalposten) op basis van RGS, zoals:
Inhoudsopgave casus
Opvragen rapport |
Deze WIKI RGS is continu in ontwikkeling.
Suggesties en meewerken aan de ontwikkeling van deze WIKI is van harte welkom.
Om een compleet beeld te krijgen, zie ook:
RGS Niet Ready
Openstaande punten RGS.