De onderliggende wiki's met betrekking tot productiebedrijven zijn gericht op de verwerking van de boekingen met betrekking tot enerzijds serie- en stukproductie en anderzijds productie op voorraad en productie op (klant)order. Het geheel aangeduid als fabrieksboekhouding.
Gezien de mogelijkheden die ERP-systemen vandaag de dag bieden, buiten een (grootboek)administratie om, gaan we ook niet in op het intracomptabel verwerken van budgetten en economische voorraden In de (grootboek)administratie.
Een productie administratie gaat gepaard met de nodige begrippen die we allereerst op een rij hebben gezet.
Relevante begrippen |
Fabrieksboekhouden
Fabrieksboekhouden (of fabrieksboekhouding) is een overkoepelende term voor de manier(en) waarop de administratie van een producerende onderneming wordt bijgehouden. Vandaag de dag wordt het belangrijkste deel van de fabrieksboekhouding bijgehouden in een ERP-systeem (of als onderdeel daarvan: de productie administratie). Alleen de totalen worden dan nog bijgehouden in het grootboek.zelf. |
Productiesystemen
Wij maken voor de boekingsvoorbeelden op basis van RGS alleen onderscheid tussen serieproductie (op voorraad produceren) en stukproductie (klantorder gericht produceren).
Meer uitleg over Productiesystemen
|
Serie- en stukproductie
Onder serieproductie verstaan we het produceren van meerdere dezelfde producten in één productiegang. Het gaat dan veelal om voorraad gestuurde productie. Bij stukproductie gaan we uit van het produceren van één product per productiegang. Het gaat dan veelal om klantorder gerichte productie op specificatie van de afnemer. |
MRP1 en MRP2
MRP1 staat voor "Material requirements planning". In het Nederlands "Materiaalbehoefteplanning". Zoals de naam al aangeeft gaat het om het plannen van de materiaal behoefte voor het produceren van een of meer eindproducten of halffabrikaten. Onder materiaal kan verstaan worden grond- en hulpstoffen en onderdelen (ook componenten genoemd). Boekhoudkundig vaak aangeduid als "Voorraad grond- en hulpstoffen".
MRP2 staat voor "Manufacturing resource planning". In het Nederlands "Planning van productiemiddelen". Zoals de naam nu aangeeft gaat het om het plannen van de volledige productie. Naast de materiaal behoefte gaat het dan voornamelijk om arbeidsuren en machine uren. Maar ook benodigde gereedschappen en uitbesteed werk kan gepland worden. Feitelijk een integrale productieplanning.
Meer uitleg over MRP1 en MRP2
|
Grond- en hulpstoffen
Grondstoffen worden meestal gebruikt voor het vervaardigen van een nieuw product. Dat laatste kan zowel een halffabrikaat als een eindproduct zijn. Denk aan hout voor het vervaardigen van een tafel. Hulpstoffen vormen geen onderdeel van het nieuw te vervaardigen product, maar dragen wel bij aan het productieproces daarvan. Denk aan brandstof of smeermiddelen voor een machine. |
Grijpvoorraad
Grijpvoorraad is voorraad waarvan de uitgifte plaatsvindt zonder (productie)order. Bijpaalde hulpstoffen kunnen als grijpvoorraad aangemerkt,worden, zoals smeermiddelen voor bepaalde machines. |
Componenten en onderdelen
Componenten en onderdelen beschouwen als synoniem van elkaar. Hier spreken we dan over componenten. Een component beschouwen we als een op zich zelf staand geheel dat gebruikt wordt in de product (of bijvoorbeeld machine). Voor een productiebedrijf kunnen componenten onder de noemer halffabricaat vallen. Een component kan ook als een zelfstandig geheel verkocht worden door een handelsbedrijf. Gerelateerd aan een computer zijn componenten bijvoorbeeld een harde schijf, intern geheugen, processor en een geluidskaart. Ook de behuizing kan gezien worden als component. Door middel van assemblage wordt een computer dan samengesteld (opgebouwd) uit de losse componenten. Een productiebedrijf dat computers op voorraad producteert kan dan componenten inkopen en beschouwen als voorraad halffabricaten. Ook kunnen bepaalde componenten door het zelfde bedrijf in eigen beheer geproduceerd worden en op hun beurt weer bestaan uit andere componenten en/of grondstoffen. |
Halffabricaat
Een halffabricaat (ook wel geschrven als halffabrikaat) is een begrip dat met name gebruikt worden binnen producerende bedrijven. Een halffabricaat wordt ook wel aangeduid als component of onderdeel. Een halffabricaat zit tussen grondstoffen en eindproducten in. Zo worden van grondstoffen halffabrikaten gemaakt worden en van halffabricaten vervolgens eindproducten. De werkelijk zit soms complexer in elkaar.
Meer uitleg over Halffabricaat
|
Eindproduct of Gereed product
Bij het produceren van producten wordt onderscheid gemaakt tussen halffabrikaat en eindproduct. Dit laatste wordt ook wel gereed product genoemd. Een eindproduct wordt na productie (en te zijn gecontroleerd) op voorraad geboekt tegen de (standaard) kostprijs. Met doel dergelijke producten te verkopen. Soms wordt er op (klant)order geproduceerd en zijn de eindproducten dan al verkocht.. |
Onderhanden werk (OHW)
Bij productie kan sprake zijn van onderhanden werk (OHW) dat deel uitmaakt van de voorraden. Onderhanden werk wordt dan geboekt tegen kostprijs, dat wil zeggen dezelfde grondslag als waarop de voorraad gereed product gewaardeeld wordt. Onderhanden werk wordt nogal eens verward met Onderhanden projecten (voor derden). Zie Wiki ERP en Onderhanden werk in de boekhouding. |
Voorraadwaardering
Voorraad wordt in de regel tegen kostprijs gewaardeerd. De kostprijs bestaat voor grondstoffen en handelsproducten die ingekocht worden uit de inkooprijs, al dan niet verhoogd met directe kosten, zoals invoerrechten en inklarings- en afhandelingskosten. Voor halffabrikaat en gereed product (zeg maak 'maak-producten') uit de productiekosten. Ook aangeduid als de 'vervaardigingsprijs'. Deze laatste is dan opgebouwd uit de kosten van o.a. grondstoffen, materiaal, arbeid en een opslag voor indirecte kosten.
Meer uitleg over Voorraadwaardering
|
Afval
Afval is datgene aan grondstoffen dat uiteindelijk niet in een halffabricaat, eindproduct c.q. gereed product terecht komt tijdens het produceren daarvan. Afval heeft ook betrekking op de agrarische sector en dan met name teeltafval. Afval heeft in de regel weinig tot geen (opbrengst)waarde. Denk bijvoorbeeld aan houtresten bij het produceren van meubelen. Naast afval kennen we ook het begrip uitval dat betrekking heeft op afkeur aan het einde van een productieproces. |
Uitval
Uitval is datgene dat aan het einde van een productieproces verloren gaat. Productie kan betrekking hebben op het produceren van halffabrikaten of eindproducten in een fabriek. Uitval zijn dan de halffabrikaten of eindproducten die de kwaliteitscontrole niet doorstaan en daarom afgekeurd worden. Uitval kan nog een restwaarde bezitten. Denk bijvoorbeeld aan bepaalde componenten of onderdelen die opnieuw gebruikt kunnen worden. Naast uitval kennen we ook het begrip afval dat betrekking heeft op grondstoffen die verloren gaan tijdens het productieproces. |
Stuklijst
Voor een productie procues bevat een stuklijst alle benodigde materialen (grondstoffen en bijvoorbeeld halffabrikaten) voor het vervaardigen van een product. Een stuklijst wordt ook aangeduid als Bill of materials (BOM). Ook wordt het begrip receptuur (recipe) gebruikt. Naast benodigde materialen voor een product kan ook opgave plaatsvinden van geplande arbeidsuren, machine uren, speciaal benodigd gereedschap en inhuur (denk aan een bepaald specialisme dat uitbesteed wordt). |
Directe kosten
Directe kosten worden direct toegewezen aan kostendragers, verbijzonderd per productie order voor eindproducten en/of halffabrikaten in de productie administratie of verbijzonderd per project in een projectenadministratie of per werkorder in een werkorderadministratie. Voorbeelden van directe kosten zijn: - Grondstof- c.q. materiaalverbruik. - Arbeidsuren.. - Machine capaciteit c.q. materieelgebruik. - Werk door derden; speelt met name bij projecten een rol. |
Indirecte kosten
Indirecte kosten zijn kosten die, in tegenstelling tot directe kosten, niet direct doorbelast kunnen worden aan kostendragers, zoals productie(afdeling) of een project. Indirece kosten worden via een verbijzonderingsmethode doorberekend aan kostendragers. Di kan varieëren van een eenvoudige opslagmethode, zoals een vast percentage van de gecalculeerde directe kosten) tot de uitgebreidere kostenplaatsenmethode.
Meer uitleg over Indirecte kosten
|
Kostenplaatsenmethode
De kostenplaatsenmethode is bedoeld om indirecte kosten, via kostenplaatsen (afdelingen), door te belasten naar kostendragers (producten). Hiervoor worden kostenplaatsen verdeeld naar zelfstandige- en hulpkostenplaatsen. Meer algemeen kennen we de kostenplaatsenmethode ook als Kostenverdeelstaat. Zowel producerende- als dienstverlenende organisaties maken gebruik van de kostenverdeelstaat. Het gaat dan veelal om grote(re) organisaties. In het (klein) MKB zal veel gebruik gemaakt worden van de opslagmehode (zoals percentage van de directe kosten).
Meer uitleg over Kostenplaatsenmethode
|
RGS kent de nodige rekeningen als het gaat om fabrieksboekhouden. We noemen in het bijzonder: