Begrippen
Begrippen > Waarderingsgrondslagen
Er zijn meerdere waarderingsgrondslagen die een onderneming kan hanteren voor activa en passiva. Soms is de keuze van een waarderingsgrondslag beperkt door wetgeving.
Wetgeving
Grondslagen
In het volgende schema staan de gehanteerde waarderingsgrondslagen, te weten:
Waarderingsgrondslag | Wetgeving | Toelichting |
Historische kostprijs (verkrijgings- of vervaardigingsprijs) |
BW titel 9 art 384. | Meest voorkomende waarderingsgrondslag. |
Actuele waarde (verzamelbegrip) |
BW titel 9 art 384. Besluit actuele waarde. |
Zie hetgeen hiervoor is genoemd bij Besluit actuele waarde. |
Actuele kostprijs / Vervangingswaarde | Idem | Nadere invulling actuele waarde: Vergelijkbaar met de historische kostprijs, maar dan op basis van een actueel prijsniveau. |
Bedrijfswaarde | Idem | Nadere invulling actuele waarde: Contante waarde van toekomstige gechatte kasstromen van een acfief |
Marktwaarde / Reële waarde | Idem | Nadere invulling actuele waarde: De marktwaarde (ook wel genoemd reële waarde) is de prijs waartegen een actief kan worden verhandeld op een onafhankelijk wijze. |
Opbrengstwaarde | Idem | Nadere invulling actuele waarde: Is gelijk aan de reële waarde (marktwaarde) onder aftrek van de nog te maken kosten. Synoniemen: netto-opbrengstwaarde en directe opbrengstwaarde. |
Realiseerbare waarde | Wat je voor een actief maximaal kunt krijgen. Hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. |
Balansposten versus waarderingsgrondslagen
In het volgende schema staan de toegestane waarderingsgrondslagen per soort van actief of passief post:
Post | Waarderingsgrondslagen |
Balans debet | |
Immateriële vaste activa | Bij in gebruik name staat een immaterieel vast actief op basis van kostprijs op balans. Tegen inkoop- of ontwikkelingskosten. In latere instantie kunnen de volgende 2 waarderingsmethoden gehanteerd worden: 1. De hiervoor genoemde historische kosten; rekening houdend met afschrijvingen. 2. Tegen reële waarde, mits er voor dat actief een markt is. Onder aftrek van afschrijvingen. |
Materiële vaste activa | Historische kostprijs of de actuele waarde |
Vastgoedbeleggingen | Historische kostprijs of tegen reële waarde (in betekenis van verkoopwaarde). |
Financiële vaste activa (m.n. deelnemingen) |
Waardering van een deelneming kan tegen: A. Verkrijgingsprijs c.q. kostprijs; B. Vermogensmutatiemethode (VMM). Zie RGS en waardering van deelnemingen. |
Voorraad | Historische kostprijs. Agrarische voorraad mag tegen actuele waarde gewaardeerd worden. Zie voorraadwaardering voor een nadere toelichting. |
Onderhanden projecten | Winstneming naar rato van de verrichte prestaties bij de uitvoering van een project; ook wel ‘Percentage of Completion’ PoC-methode genoemd. Winstneming bij oplevering c.q. voltooiing van een project. (blijft verder buiten beschouwing in deze casus). Zie RGS en Onderhanden projecten (in opdracht van derden). |
Vorderingen | Worden meestal tegen nominale waarde gewaardeerd. Er wordt zo nodig rekening gehouden met een voorziening voor dubieuze debiteuren. Zie RGS en Debiteuren oninbare facturen en dubieus. |
Effecten - kortlopend (aandelen als belegging en obligaties) |
Waardering kan plaatsvinden tegen: 1. Marktwaarde (vorm van actuele waarde); Zoals bij beursaandelen die deel uitmaken van de vlottende activa (om weer te verhandelen). 2. Kostprijs of lagere opbrengstwaarde. Verlies wordt genomen als beurskoers beneden de boekwaarde daalt. |
Liquide middelen | Waardering tegen nominale waarde. Als sprake is van liquide middelen in vreemde valuta kan sprake zijn van herwaardering van liquide middelen. ZIe RGS en Vreemde valuta in de boekhouding. |
Balans credit | |
Schulden (langlopend) | Veelal tegen de nominale waarde. |
Schulden (kortlopend) | Idem |
Voorzieningen | Tegen nominale waarde of contante waarde. |
Suggesties en/of correcties op bovenstaande zijn altijd welkom.